ECLI:NL:GHDHA:2024:942 (Schuld ontstaan brand)

Gerechtshof Den Haag 25 januari 2024, Schuld ontstaan brand
(ECLI:NL:GHDHA:2024:942)

Essentie

In dit arrest wordt besproken wat schuld is in de strafrechtelijke zin en wordt art. 9a Sr toegepast.

Rechtsregel

Onder schuld als delictsbestanddeel wordt verstaan een grove of aanmerkelijke schuld. Of sprake is van schuld in strafrechtelijke zin wordt bepaald door de manier waarop de schuld in de tenlastelegging is geconcretiseerd. Ook is deze afhankelijk van de gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst van die gedragingen en de overige omstandigheden van het geval. Niet altijd kan worden afgeleid dat sprake is van schuld. Maar het kan wel zo zijn dat in situaties met ernstige gevolgen een hogere graad van zorgvuldigheid verlangd wordt dan bij meer onschuldige gedragingen en situaties.

Art. 9a Sr bepaalt dat de rechter geen straf of maatregel hoeft op te leggen als het strafbare feit wel bewezen is.

Inhoud arrest

Feiten

Op 6 juni 2020 is de politie gaan kijken bij een brand bij een bedrijf in Warmond rond 14.50 uur. Verdachte en medeverdachte hebben bij het bedrijf in de buurt gespeeld met lucifers. Zij hebben de lucifers in piepschuim gestoken en deze vervolgens weggegooid. Het piepschuim met de brandende lucifer lag volgens verdachte dicht bij de plek waar de brand bij het bedrijf is ontstaan. De verdachte is weggegaan zonder te kijken of de lucifers in het piepschuim nog brandden. De brand is in kort tijdsbestek na het weggaan van de verdachte ontstaan.  De brand heeft geleid tot grote materiële schade aan goederen van anderen.

Beoordeling ontstaan brand

Er bestaat dus een kort tijdsbestek tussen het weggaan van de verdachte en het ontstaan van de brand. Ook lag het piepschuim dichtbij de papiercontainer waar de brand is ontstaan. Het hof concludeert naar deze omstandigheden dat het in onderling verband en samenhang bezien niet anders kan dan dat de brandende/smeulende lucifers in piepschuim de oorzaak zijn geweest van de brand waardoor de loodsen van het bedrijf zijn aangetast.

Beoordeling schuld

Onder schuld als delictsbestanddeel wordt verstaan een grove of aanmerkelijke schuld. Of sprake is van schuld is strafrechtelijke zin, wordt bepaald door de manier waarop de schuld in de tenlastelegging is geconcretiseerd. Ook is deze afhankelijk van de gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst van die gedragingen en de overige omstandigheden van het geval. Niet altijd kan worden afgeleid dat sprake is van schuld. Maar het kan wel zo zijn dat in situaties met ernstige gevolgen een hogere graad van zorgvuldigheid verlangd wordt dan bij meer onschuldige gedragingen en situaties.

Het hof oordeelt dat verdachte zich had moeten vergewissen dat het vuur zou zijn gedoofd voordat hij de locatie verliet. Verdachte heeft dit nagelaten. Mede gelet op de ernstige gevolgen in deze situatie is het wettig en overtuigend bewezen dat verdachte met aanmerkelijke onvoorzichtigheid heeft gehandeld, dus is sprake van schuld in de strafrechtelijke zin.

Geen straf of maatregel

De verdachte krijgt echter geen straf of maatregel. Het gaat namelijk om een erg oud feit en de redelijke termijn in eerste aanleg is overschreden met vijf maanden. Het opleggen van een straf heeft volgens het hof geen redelijk strafrechtelijk doel meer. Art. 9a Sr bepaalt dat de rechter geen straf of maatregel hoeft op te leggen.

Vorderingen tot schadevergoeding

De vorderingen tot schadevergoeding worden geacht te zijn gericht tegen de ouders, omdat de verdachte ten tijde van het handelen nog niet de leeftijd van vierteen jaren had bereikt. Dit op grond van art. 51g lid 4 Sv.