ECLI:NL:GHDHA:2024:363 (Afsluiten water van gezinnen met minderjarige kinderen is onrechtmatig)

Gerechtshof Den Haag, 19 maart 2024, Afsluiting van water van gezinnen met minderjarige kinderen wegens wanbetaling is onrechtmatig
(ECLI:NL:GHDHA:2024:363)

Essentie

Op grond van de huidige Nederlandse regelgeving en het daarop gebaseerde beleid kan het drinkwater worden afgesloten wanneer sprake is van wanbetaling. Mensenrechtenorganisaties Defence for Children en het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) achten deze afsluiting onrechtmatig indien het een gezin betreft met minderjarige kinderen. In deze zaak slepen zij de Nederlandse staat en twee drinkwaterbedrijven, Dunea en PWN, voor de rechter.

Rechtsregel

Door bewust de mogelijkheid open te laten dat kinderen te weinig toegang hebben tot water en niet al het redelijkerwijs mogelijke te doen om dat te voorkomen, handelen de Nederlandse Staat en de drinkwaterbedrijven in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm en art. 3 lid 1 van het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK).

Inhoud uitspraak

Feiten

In deze zaak ging het om een gezin met drie minderjarige kinderen waarvan het water was afgesloten wegens betalingsachterstanden. Het gezin had een huurachterstand en was daardoor niet in staat geweest om de waterrekening te voldoen. Defence for Children en het NJCM, die het gezin vertegenwoordigden, betoogden dat het afsluiten van drinkwater bij gezinnen met minderjarige kinderen een schending was van hun grondrechten en in strijd was met internationale verdragen, waaronder het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR) en het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). Volgens hen is het afsluiten van drinkwater een directe schending van het recht van kinderen op adequaat levensonderhoud en hun recht op toegang tot drinkwater. Het gezin verkeerde in een kwetsbare situatie en had dringend behoefte aan ondersteuning in plaats van het afsluiten van essentiële voorzieningen zoals drinkwater.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelde dat de Staat en drinkwaterbedrijven niet gehouden zijn ervoor te zorgen dat huishoudens met minderjarige kinderen niet van drinkwater worden afgesloten bij wanbetaling. Daar waar dit gebeurt, is dat in zijn algemeenheid niet onrechtmatig. De vorderingen van Defence for Children en het NJCM worden dan ook afgewezen. Op te merken valt dat in deze zaak ter beoordeling lag of het in alle gevallen, jegens kinderen in zijn algemeenheid, onrechtmatig is het water af te sluiten. De rechtbank neemt in haar conclusie mee dat het in een concreet geval, waar alle omstandigheden worden meegewogen en de situatie van een bepaald kind in ogenschouw wordt genomen, anders kan liggen. In de procedure zijn wel voorbeelden genoemd, maar de vordering zag op ‘kinderen in het algemeen en minderjarige kinderen die op een adres in Nederland wonen waarop de levering van drinkwater wegens wanbetaling wordt of reeds is beëindigd’.

Oordeel hof

Het gerechtshof komt tot een andere conclusie dan de rechtbank en oordeelt dat de staat en de drinkwaterbedrijven onrechtmatig handelen door met het huidige systeem de mogelijkheid open te laten dat kinderen in een situatie terechtkomen waarin zij geen toegang hebben tot voldoende water. Waar het om gaat is dat kinderen in Nederland qua watervoorziening voor zover mogelijk niet onder het minimumniveau van de WHO terecht moeten kunnen komen – wat nu bij waterafsluiting dus wel het geval is – en dat uiterste inspanning geleverd moet worden om dat te voorkomen.

Het hof legt met deze uitspraak een duidelijke verantwoordelijkheid bij de Nederlandse staat en drinkwaterbedrijven om ervoor te zorgen dat alle gezinnen, ongeacht hun financiële situatie, kunnen genieten van het fundamentele recht op toegang tot drinkwater.