ECLI:NL:GHARL:2022:8537 (ontslag voor zieke werkneemster als gevolg van onbereikbaarheid)

Hof Arnhem-Leeuwarden 5 oktober 2022, ontslag voor zieke werkneemster als gevolg van onbereikbaarheid
(
ECLI:NL:GHARL:2022:8537)

Essentie

Deze zaak gaat over een detacheringsbedrijf genaamd Talent&Pro. Het bedrijf detacheert haar werknemers bij financiƫle instellingen.

Talent&Pro heeft de arbeidsovereenkomst met appellante ontbonden. De dag na haar verlof heeft ze zich via e-mailbericht ziek gemeld. Ze gaf aan corona te hebben gekregen, waardoor ze niet terug naar Nederland kon vliegen. Appellante heeft wel via een WhatsAppbericht laten weten dat ze bereikbaar is via WhatsApp. Talent&Pro heeft wekenlang geprobeerd contact te leggen met appellante, maar tevergeefs.

Eerst had Talent&Pro het loon van appellante opgeschort als gevolg van het niet nakomen van de controlevoorschriften. Hierna heeft het bedrijf de kantonrechter om ontbinding van de arbeidsovereenkomst gevraagd op grond van het (ernstig) verwijtbaar handelen van de appellante, de ontstane verstoorde arbeidsverhouding en de combinatie van omstandigheden waardoor van Talent&Pro niet gevraagd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren ex art. 7:669 lid 3 sub e, g en i BW.

Rechtsregel

Krachtens artikel 7:670 lid 1 BW kan een werkgever de arbeidsovereenkomst niet opzeggen als er sprake is van een opzegverbod dat verband houdt met ziekte. Dit opzegverbod kan worden gepasseerd, wanneer de werkgever ontbinding verzoekt op grond van artikel 7:669 lid 3 onderdelen b tot en met i en het verzoek geen verband houdt met omstandigheden waarop die opzegverboden betrekking hebben.

Inhoud uitspraak

Appellante heeft zich na haar verlof ziek gemeld. Ze zou corona hebben en hierdoor niet kunnen terugvliegen van het bezoek bij haar zieke oma. Detacheringsbedrijf Talent&Pro heeft wekenlang geprobeerd haar te bereiken door middel van Whatsapp(-bellen), e-mailberichten, brieven, een huisbezoek en twee uitnodigingen voor het spreekuur van de bedrijfsarts. Op al deze pogingen tot contact heeft appellante niet gereageerd, met als gevolg dat Talent&Pro de arbeidsovereenkomst wil ontbinden op grond van artikel 7:669 lid 3 sub e, g en i BW.

Kantonrechter
De kantonrechter heeft het ontbindingsverzoek van Talent&Pro toegewezen op grond van artikel 7:669 lid 3 sub e. Volgens de kantonrechter was sprake van verwijtbaar handelen door appellante, waarbij van de werkgever niet in redelijkheid kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Appellante ging hiertegen in hoger beroep, met als doel het ongedaan maken van de ontbinding van de arbeidsovereenkomst en het betalen van diverse vergoedingen door Talent&Pro. Als de ontbinding niet ongedaan zou worden gemaakt, vroeg appellante om de opzegtermijn in acht te nemen. Ook wilde ze dat Talent&Pro haar een transitievergoeding zou betalen.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Volgens het hof is appellante niet-ontvankelijk in haar verzoeken omtrent betaling van achterstallig salaris/ziekengeld, de vergoedingen die samenhangen met opgebouwde vakantie en het verzoek om bij ontbinding de opzegtermijn in acht te nemen. Dit omdat appellante niets bij de kantonrechter heeft verzocht en krachtens artikel 362 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering deze verzoeken niet voor het eerst in hoger beroep kan doen.

Verder was appellante na haar ziekmelding niet bereikbaar voor Talent&Pro, waardoor niet door een bedrijfsarts kon worden vastgesteld of sprake was van arbeidsongeschiktheid. De kantonrechter kan volgens het hof het opzegverbod bij ziekte ex artikel 7:670 lid 1 BW passeren. Dit omdat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst geen verband houdt met omstandigheden die betrekking hebben op dat opzegverbod krachtens artikel 7:671b lid 6 BW. Het onbereikbaar blijven voor Talent&Pro terwijl een deel van de verzoeken en mededelingen haar moeten hebben bereikt was dan ook de reden tot ontbinding, niet de omstandigheden die betrekking hebben op het opzegverbod bij ziekte. Appellante hield zich niet beschikbaar voor Talent&Pro. Hierdoor schond ze artikel 7:660a BW en de voorschriften uit het personeelshandboek dat van toepassing is op de arbeidsovereenkomst.

Het hoger beroep slaagt niet en appellante wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten van Talent&Pro.