ECLI:NL:GHARL:2022:466 (geen verwijt werknemer van melding mogelijke misstand)

Gerechtshof Arnhem-Leeuwaarden 24 januari 2022, verstoring arbeidsverhouding naar aanleiding van melding door werknemer van misstand door collega’s
(ECLI:NL:GHARL:2022:466)

Essentie

In deze zaak ging het om de vraag of een werknemer een verwijt kan worden gemaakt van het doen van de melding over mogelijke misstanden omtrent collega’s.

Rechtsregel

Het hof oordeelt dat een werknemer geen verwijt kan worden gemaakt van het doen van de melding over mogelijke misstanden omtrent collega’s.

Talis (werkgever) heeft na de melding van werknemer eerst onderzoek gedaan. Talis concludeerde dat tegen één van de twee collega’s geuite verdenkingen niet juist zijn, maar voor collega 1 en werknemer er wel een sterk vermoeden was dat één van de twee zich bezighield met drugshandel. Werknemer heeft dus een terechte melding gemaakt van misstanden van collega 1, maar wel onjuiste melding over misstanden over collega 2. Hoewel dit de werknemer niet kan worden verweten, heeft dit tot spanning geleid in de onderlinge relatie. De werkgever heeft daarom besloten om een mediationtraject op te starten waaraan werknemer en collega 2 moeten deelnemen. Collega 2 zag dit na een tijdje alleen niet meer zitten en heeft aangegeven dat het voor hem geen optie was dat werknemer en hij nog zouden samenwerken en dat maar één van hen bij Talis kon blijven.

Het hof begrijpt dat de melding collega 2 heeft geraakt, maar is van oordeel dat de houding van collega 2 ervoor heeft gezorgd dat de verstoring in de arbeidsrelatie in stand is gebleven. In werkelijkheid zat de samenwerking wel op slot en bevond Talis zich daarmee in een lastige positie. Maar of er daarmee sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsrelatie die ontbinding rechtvaardigt, kan in het midden blijven. Het hof is namelijk van oordeel dat de herplaatsingsinspanningen van Talis in de gegeven omstandigheden onvoldoende zijn geweest. Volgens het hof mocht in deze zaak een forse inspanning van Talis worden verwacht. De werknemer kan namelijk geen verwijt worden gemaakt van het doen van de melding en de wijze waarop hij dat heeft gedaan. Tevens hecht het hof ook veel waarde aan het feit dat Talis zelf heeft besloten om collega 2 in het kader van het onderzoek op non-actief te stellen en om hem te vertellen van wie de melding afkomstig was. Hier staat tegenover dat Talis geen voldoende argumenten heeft aangevoerd voor welke herplaatsingsinspanningen zij heeft ondernomen en heeft Talis ook onvoldoende aangetoond dat zij zich genoeg heeft ingezet om tot herplaatsing te komen. De beschikking van de kantonrechter wordt dus bekrachtigd.

Inhoud

In deze zaak ging het om een werknemer die op 25 september 2019 in dienst is getreden bij Talis. Ongeveer een jaar later heeft werknemer binnen Talis een melding gedaan van misstanden door twee directe collega’s (collega 1 en 2) van hem. Talis is vervolgens een onderzoek gestart en heeft voor één van de twee collega’s (collega 2) geconcludeerd dat de geuite vermoedens niet kloppen. Ondanks mediation en een coachingstraject is de verhouding tussen deze collega en werknemer onder druk blijven staan. Talis kwam uiteindelijk tot de conclusie dat een verdere samenwerking met werknemer niet langer haalbaar was en heeft daarom in februari 2021 een ontbindingsverzoek ingediend. Nadat dit verzoek is afgewezen, is Talis in hoger beroep gegaan.