ECLI:NL:GHARL:2019:3196 (Ontslag wegens onjuiste gegevens cv)

Hof 20 maart 2019 (ontslag wegens onjuiste gegevens)
(ECLI:NL:GHARL:2019:3196)

Door Julia Mantel

Essentie

Terecht ontslag op staande voet wegens onjuiste gegevens in cv.

Rechtsregel

Het Hof stelt dat een cv een kerndocument is waarop de werkgever in goed vertrouwen mag afgaan. In casu heeft de verweerder gereageerd op een vacature waarvoor een afgeronde hbo/wo opleiding vereist was. In zijn cv heeft hij onder het kopje ‘Opleiding’ een hbo-studie geplaatst, de suggestie wekkend deze opleiding afgerond te hebben.

Nu een afgeronde hbo/wo studie een vereiste voor de functie in kwestie was, kan een dringende reden voor ontslag op staande voet (in de zin van artikel 7:677 lid 1 BW) zich voordoen indien blijkt dat de werknemer in werkelijkheid niet over een dusdanig diploma beschikt. Dit is anders wanneer de werknemer in een sollicitatiegesprek heeft aangegeven niet over het vereiste diploma te beschikken, zonder dat hier door de werkgever een punt van is gemaakt.

Inhoud arrest

De verzoekster realiseert als full-service internetbureau websites en webshops. Zij heeft een vacature geplaatst voor een technisch support medewerker. Functie-eisen volgens de vacature zijn onder andere een afgeronde relevante hbo/wo opleiding en minimaal vier jaar relevante werkervaring in de ICT of bij een internetbureau.

De verweerder in dit geding (de ontslagen werknemer) heeft begin maart gesolliciteerd naar deze functie. In het cv dat hij mee heeft gezonden staat onder het kopje ‘Opleiding’ ‘HBO: NHTV Breda Management.’ Verder is in het cv zijn werkervaring als zzp’er en accountmanager uitgelicht.

De verweerder wordt aangenomen door het bedrijf en treedt vervolgens in dienst voor een periode van een jaar. Wanneer de verweerder zich enkele keren ziek meldt en aangeeft dat de werkdruk voor hem te hoog wordt, volgt een gesprek met zijn leidinggevende en een directeur. Tijdens dit gesprek wordt de verweerder gevraagd enkele gegevens met betrekking tot zijn vooropleiding en werkervaring op te helderen. Zo wordt hij gevraagd nogmaals zijn cv en diploma’s op te sturen. Na een initiële weigering stuurt de verweerder (enkele weken later) een propedeusegetuigschrift aan de directieleden van het bedrijf, betreffende zijn opleiding aan de NHTV. De rest van de gevraagde informatie wordt door de verweerder niet meer aangeleverd.

Hierop verstuurt de verzoekster een e-mail naar de verweerder, waarin zij concludeert dat de verweerder niet de waarheid heeft gesproken met betrekking tot zijn vooropleiding en werkervaring. De verzoekster stelt dat het niet vreemd is dat de verweerder de werkdruk niet aan lijkt te kunnen, aangezien hij noch over de juiste vooropleiding, noch over de juiste werkervaring beschikt. Twee dagen later wordt de verweerder dan ook op staande voet ontslagen, waarna hij zich tot de kantonrechter wendt, met als primair verzoek de vernietiging van de opzegging van het contract.

De zaak komt uiteindelijk bij het hof terecht. Deze kijkt of er sprake was van een dringende reden; dit is immers een vereiste voor ontslag op staande voet.

Het hof stelt dat een cv een kerndocument is waarop de werkgever in goed vertrouwen mag afgaan. Er was in de vacature expliciet aangegeven dat het beschikken over een hbo- dan wel wo-diploma een vereiste was voor de functie. Nu later bleek dat de verweerder niet over een dusdanig hbo-diploma beschikte, kan dit een dringende reden voor ontslag op staande voet opleveren. Dit is anders wanneer de verweerder in een sollicitatiegesprek heeft aangegeven niet over het diploma te beschikken, zonder dat hiervan een punt is gemaakt. Dit bleek in casu echter niet het geval.

Naar het oordeel van het hof levert alles bij elkaar genomen een dringende reden op voor een ontslag op staande voet in de zin van artikel 7:678 BW. Als gevolg hiervan kan van de verzoekster redelijkerwijs niet gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.

Het primair en subsidiair door de verweerder verzochte moet worden afgewezen. Bovendien wordt de verweerder, als in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten veroordeeld.