ECLI:NL:GHAMS:2021:392 (Bezorgers Deliveroo vallen onder arbeidsovereenkomst)

Gerechtshof Amsterdam, 16 februari 2021, Bezorgers Deliveroo vallen onder arbeidsovereenkomst
(
ECLI:NL:GHAMS:2021:392)

Essentie

Deliveroo is in hoger beroep gekomen tegen het vonnis van 15 januari 2019, waarin de Amsterdamse kantonrechter voor recht verklaarde dat de bezorgers van Deliveroo werkzaam zijn op grond van een arbeidsovereenkomst.

Deliveroo biedt sinds 2015 als online platform bezorgdiensten aan in Nederland. Bezorgers werkten daarbij op basis van een arbeidsovereenkomst. In 2018 besloot Deliveroo de arbeidsovereenkomsten niet te verlengen en over te gaan op opdrachtovereenkomsten. De bezorgers switchten van het werknemerschap naar het ondernemerschap. Door middel van digitale systemen worden de bezorgers voor de maaltijdbezorging ingeroosterd. Kenmerkend voor Deliveroo is dat de bezorgers vrijheden hebben ten aanzien van het verrichten van het werk. Zo kunnen zij zelf bepalen of zij een opdracht aannemen en kunnen zij zich laten vervangen door een ander. Het hof heeft zich gebogen over de vraag of er inderdaad sprake is van arbeidsovereenkomsten of dat het toch gaat om opdrachtovereenkomsten. De vraag is van belang, omdat de kwalificatie tot arbeidsovereenkomst het ticket vormt tot de arbeidsrechtelijke bescherming voor werknemers.

Rechtsregel

Het arrest vaart op de nieuwe koers van de Hoge Raad met betrekking tot de kwalificatievraag. Voorheen werd de tweetrapsraket uit het arrest Groen/Schoevers (ECLI:NL:HR:1997:ZV2495) gebruikt, bestaande uit de bedoelingen van partijen en de wijze waarop hier uitvoering aan gegeven is. In het arrest X/Gemeente Amsterdam (ECLI:NL:HR:2020:1746) heeft de Hoge Raad hier geen afstand van gedaan, maar wel de voorkeur gegeven aan een nieuwe benadering. Welke rechten en verplichtingen partijen overeengekomen zijn, moet aan de hand van het Haviltex-criterium beoordeeld worden, waarbij naar alle omstandigheden van het geval moet worden gekeken. Het hof gaat er daarbij van uit dat de partijbedoeling geen rol (meer) speelt.

Aan de hand van de overeengekomen rechten en verplichtingen moet beoordeeld worden of aan de elementen uit artikel 7:610 BW (‘in dienst’, ‘loon’, ‘gedurende zekere tijd’ en ‘arbeid’) is voldaan.

Het hof oordeelde dat slechts de omstandigheid dat bezorgers vrijheden hebben bij het verrichten van de arbeid, wijst op de afwezigheid van een arbeidsovereenkomst. De overige elementen wijzen allen in de richting van de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst. De werknemers van Deliveroo zijn daarmee werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst en genieten arbeidsrechtelijke bescherming.

Inhoud arrest

In het arrest loopt het hof de elementen keurig en uitvoerig af.

Arbeid

Dat er arbeid wordt verricht staat tussen partijen niet ter discussie. De vervangingsmogelijkheid die de bezorgers hebben, kan echter onverenigbaar zijn met het persoonlijke karakter van de arbeidsovereenkomst. De situatie dat de bezorgers zich permanent laten vervangen, zonder toestemming van Deliveroo, doet zich niet voor. Daarnaast stelt Deliveroo, gelet op de relatief eenvoudige aard van de werkzaamheden, weinig eisen aan die toestemming. Omdat ook binnen de arbeidsovereenkomst de mogelijkheid voor de werknemer bestaat om zich met toestemming te laten vervangen (artikel 7:659 BW), acht het hof deze vervangingsmogelijkheid niet onverenigbaar met de arbeidsovereenkomst.

Loon

Bij de reguliere gang van zaken ontvangt de bezorger loon van Deliveroo door middel van een automatische tweewekelijkse betaling. Dat de werkgever uit zichzelf loon betaalt, past in de mal van de arbeidsovereenkomst. Bij de opdrachtovereenkomst is het immers de opdrachtnemer zelf die factureert aan de opdrachtgever.

In dienst van (gezag)

De vrijheden die de bezorgers hebben bij het verrichten van de arbeid leiden ertoe dat het element gezag lastiger in te vullen is. Zo noemt Deliveroo dat de bezorger vrij is de route te bepalen. Het hof leidt hier geen aanwijzing uit af voor het ontbreken of het bestaan van een arbeidsovereenkomst. Een vrachtwagenchauffeur in loondienst heeft namelijk dezelfde vrijheid. Vervolgens gaat het hof in op het argument van Deliveroo dat zij slechts een IT-bedrijf is en dat de bezorgers daarom geen kernactiviteit in het bedrijf uitoefenen. De naam ‘Deliveroo’ en de informatie van de website ondersteunen dit standpunt echter niet en wijzen juist wel op de maaltijdbezorging als kernactiviteit. Andere aanwijzingen voor het bestaan van een gezagsrelatie vindt het hof in:

  • de vergaande controlemogelijkheid waar Deliveroo over beschikt; het GPS-systeem,
  • het bonusmodel dat de invloed op het gedrag van de bezorgers vergroot,
  • het eenzijdig vastgestelde betaalmodel als onderdeel van het bezorgproces; en
  • de door Deliveroo gewenste kenbaarheid van de bezorgers als Deliveroo-bezorgers.

Geen van de punten is doorslaggevend. Samen met de overige omstandigheden van het geval (zoals de door Deliveroo voor bezorgers afgesloten ongevallenverzekering) concludeert het hof dat de weegschaal doorslaat naar de kwalificatie als arbeidsovereenkomst. Het vonnis van de rechtbank wordt bekrachtigd.