Gerechtshof Amsterdam 10 januari 2017
(ECLI:NL:GHAMS:2017:31)
Door Felicity Garretsen
Essentie
Samenwerking van een notaris met de Nationale Notaris Holding B.V. is in strijd met de voor notarissen geldende beroeps- en gedragsregels.
Rechtsregel
Een notaris handelt door samenwerking met Nationale Notaris Holding B.V. in strijd met gedragsregels inzake onafhankelijkheid, onpartijdigheid en geheimhouding. Daarnaast is de samenwerking in strijd met de verordening waarin regels zijn vastgelegd over de wijze van samenwerking met andere beroepen (Verordening op Interdisciplinaire Samenwerking 2003).
Inhoud arrest
In deze uitspraak gaat het om deelname van een notaris aan het initiatief de ‘Nationale Notaris’ dat wordt aangeboden door Nationale Notaris Holding B.V. (hierna: NNH). De Nationale Notaris is een samenwerkingsverband van notariskantoren die naar buiten optreden onder dezelfde naam. De samenwerking bestond in dit geval uit een zogenoemd ‘participatiemodel’. Bij dit model wordt een besloten vennootschap (de praktijkvennootschap) opgericht, waarin de notaris (al dan niet onmiddellijk) 51% en NNH 49% van de aandelen houdt en de notaris als bestuurder optreedt. Tegen deze samenwerking hebben meerdere notarissen een klacht ingediend.
De rechtsvraag die hierbij centraal staat is of de samenwerking in strijd is met de voor een notaris geldende beroeps- en gedragsregels?
De kamer van het gerechtshof heeft eerder geoordeeld dat notarissen door deelname aan HEMA notarisservice, degoedkoopstenotaris.nl, DELA notarisservice en Jazeker Notarisservice geen tuchtrechtelijk norm hebben overschreden. Het uitgangspunt dat geldt is dat een notaris als ondernemer in de vrije markt vrij is in het hanteren van tarieven. Verder waren de kerntaken van de notaris als onafhankelijkheid, geheimhoudingsplicht en zorgvuldigheid bij voornoemde initiatieven voldoende gewaarborgd. Van verwarring bij de consument over de identiteit van de notariële diensten is geen sprake. Wat Nationale Notaris betreft, is de kamer van mening dat door de samenwerking met NNH in de vorm van het participatiemodel de onafhankelijkheid, de zeggenschap en de geheimhoudingsplicht van de notaris onder druk komen te staan. De kamer overweegt hierbij dat deze samenwerking, wanneer zij zou worden voortgezet, de maatregel van ontzetting uit het ambt zou kunnen rechtvaardigen. De notaris is in de gelegenheid gesteld om binnen een termijn van drie maanden tot ontvlechting van de huidige samenwerking te komen.
Het hof legt aan de notaris de maatregel van schorsing voor de duur van twee weken op. Eerder was de kamer voor het notariaat in het ressort Amsterdam al tot eenzelfde oordeel gekomen, maar werd geen maatregel aan de notaris opgelegd (ECLI:NL:TNORAMS:2016:2).