ECLI:NL:CRVB:2020:1027 (Inlichtingenplicht geschonden)

Centrale Raad van Beroep, 21 april 2020, Inlichtingenplicht geschonden
(ECLI:NL:CRVB:2020:1027)

Door Esmee Kuipers

Essentie

Appellante ontving op grond van de Participatiewet naar de norm voor alleenstaande ouder. Het college heeft bij besluit de bijstand van appellante ingetrokken en gemaakte kosten teruggevorderd. Hieraan heeft het college ten grondslag gelegd dat appellante de inlichtingenverplichting heeft geschonden door geen melding te maken van werkzaamheden en stortingen en bijschrijvingen van derden op de bankrekening van haar minderjarige zoon. Omdat de door appellante op de bankrekening in totaal ontvangen bedragen, samen met de door haar ontvangen inkomsten uit werkzaamheden, hoger waren dan de voor haar geldende bijstandsnorm, bestond geen recht op bijstand.

Rechtsregel

Kasstortingen en bijschrijvingen van derden op een bankrekening van een bijstandontvanger en de minderjarige inwonende kinderen worden als betalingen in de zin van art. 31 lid 1 PW beschouwd. Als deze betalingen een terugkerend of periodiek zijn, door betrokkene kunnen worden aangewend voor algemeen noodzakelijke bestaanskosten en zien op een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan, is sprake van inkomsten als bedoeld in art. 32 lid 1 PW.

Inhoud

Appellante heeft zich opnieuw gemeld voor het aanvragen van bijstand. Naar aanleiding van haar aanvraag heeft een consulent Werk en Inkomen van de gemeente Rijswijk een onderzoek ingesteld naar de financiƫle situatie van appellante. Uiteindelijk heeft het college appellante bijstand toegekend onder aftrek van de stortingen en bijschrijvingen op de bankrekening. Ook heeft de consulent onderzoek gedaan naar de rechtmatigheid van de aan appellante verleende bijstand. Daartoe heeft het college appellante verzocht de bankafschriften over te leggen van alle op haar naam en op naam van haar in de gezinsbijstand begrepen minderjarige zoon gestelde betaal- en spaarrekeningen. Uit de door appellante verstrekte bankafschriften is gebleken dat op de bankrekening maandelijks diverse stortingen en bijschrijvingen van derden hebben plaatsgevonden.

De resultaten van het onderzoek zijn voor het college aanleiding geweest om de bijstand van appellante te herzien of in te trekken. Er zijn tevens gemaakte kosten van de bijstand teruggevorderd.

Aangezien appellante geen melding heeft gemaakt van de ontvangst van stortingen en bijschrijvingen op de bankrekening heeft zij de wettelijke inlichtingenverplichting geschonden. De boete die appellante opgelegd heeft gekregen wordt door de rechter evenredig geacht.