HvJ World Duty Free, HvJ EU 21 december 2016
(ECLI:EU:C:2016:981)
Door Michiel Hennevelt
Essentie
Dit arrest gaat over het selectiviteitsvereiste in fiscale staatssteunzaken. Een maatregel is selectief als deze bepaalde ondernemingen begunstigt. Wanneer is er sprake van bepaalde ondernemingen?
Rechtsregel
In fiscale zaken moet eerst het normaal geldende referentiestelsel worden vastgesteld. Indien de bestreden maatregel een afwijking van dit stelsel vormt, is die maatregel in beginsel selectief. Voor selectiviteit is niet vereist dat een bepaalde groep bevoordeelde ondernemingen wordt omschreven.
Inhoud arrest
Op basis van het Europese staatssteunrecht is het verboden om, kort gezegd, de concurrentie te verstoren door als staat een voordeel aan bepaalde ondernemingen of producties te verschaffen. Dit kan door subsidies aan bepaalde ondernemingen te verstrekken, maar ook door de fiscale lasten te verlagen. Dit mag slechts als de maatregel niet selectief, maar algemeen is.
In deze zaak gaat het om een Spaanse regeling die bepaalt dat een Spaanse belastingplichtige, die een belang van minimaal 5% verwerft in een buitenlandse vennootschap, de goodwill die met die vennootschap samenhangt mag activeren op haar balans en hierover mag afschrijven. Dit jaarlijks afschrijven verlaagt de winst van de vennootschap en is dus fiscaal gunstig. Indien een Spaanse vennootschap een deelneming van meer dan 5% in een andere Spaanse vennootschap verwerft, kan de goodwill niet afgeschreven worden.
De vraag die in deze zaak speelt is de vraag die meestal speelt in fiscale staatssteunzaken: is de maatregel selectief? Volgens de Europese Commissie is de maatregel wel selectief. De maatregel maakt namelijk onderscheid tussen Spaanse belastingplichtigen die een buitenlandse deelneming verwerven en Spaanse belastingplichtigen die een Spaanse deelneming verwerven. Dit verschil in behandeling levert volgens de Commissie selectiviteit op, omdat beide Spaanse belastingplichtigen zich gezien de doelstelling van de Spaanse vennootschapsbelasting in vergelijkbare situaties bevinden.
World Duty Free stelt dat maatregelen waar elke belastingplichtige aanspraak op kan maken niet selectief zijn. De Spaanse regeling is toegepast in zeer uiteenlopende sectoren en staat dus ook open voor alle ondernemingen. Er is geen sprake van een specifieke economische sector.
Het HvJ EU oordeelt dat voor de selectiviteitstoets gekeken moet worden of er een onderscheid wordt gemaakt tussen ondernemingen die zich, gelet op de doelstelling van de regeling, in een feitelijk en juridisch vergelijkbare situatie bevinden. Er moet daarom eerst worden gekeken naar wat het normale belastingstelsel is. Vervolgens moet beoordeeld worden of de Spaanse regeling hier een discriminerende afwijking van vormt. Een afwijking van dat referentiestelsel is voldoende om tot selectiviteit te komen.
Het HvJ EU oordeelt dat de EC heeft aangedragen dat er een afwijking is van het referentiestelsel. Dat er niet een bepaalde sector ondernemingen kan worden aangewezen die van de regeling gebruik kan maken, doet niet af aan het feit dat er dan sprake zou zijn van selectiviteit. Er hoeft dus geen bijzondere groep ondernemingen aangewezen te worden. Er moet nog onderzocht worden of binnenlandse en buitenlandse verwervingen inderdaad vergelijkbaar zijn en zo ja, of er een rechtvaardigingsgrond bestaat voor deze selectiviteit. Daarvoor verwijst het HvJ EU de zaak naar het Gerecht.