ECLI:EU:C:2014:2225 (HvJ EU, 17 september 2014, HvJ EU Skandia America (C‑7/13))

HvJ EU, 17 september 2014, HvJ EU Skandia America (C7/13) (ECLI:EU:C:2014:2225)

Essentie arrest

In dit arrest wordt ingegaan op de vaste inrichting problematiek binnen de omzetbelasting. De vraag is of diensten verricht door een buitenlands hoofdkantoor aan haar filiaal leidt tot een belastbaar feit, indien dat filiaal onderdeel is van een btw fiscale eenheid.

Rechstregel

De diensten die een in een derde land gevestigd hoofdkantoor verricht voor zijn filiaal in een lidstaat, vormen belastbare handelingen indien dat filiaal lid is van btw fiscale eenheid in die lidstaat.

Inhoud arrest

Feiten

Gedurende de jaren 2007 en 2008 was SAC de vennootschap die wereldwijd verantwoordelijk was voor de inkoop van IT-diensten van de Skandia-groep. Haar activiteiten in Zweden voerde zij uit via haar filiaal Skandia Sverige, welke onderdeel was van een btw-groep (fiscale eenheid) met een aantal in Zweden gevestigde groepsmaatschappijen. SAC voorzag verschillende vennootschappen van de Skandia-groep en Skandia Sverige van extern aangekochte IT-diensten. Skandia Sverige had de taak de extern aangekochte IT-diensten af te werken tot het eindproduct. Dit eindproduct werd vervolgens ter beschikking gesteld aan verschillende vennootschappen van de Skandia-groep.

De Zweedse belastingdienst besloot de IT-diensten die SAC tijdens de boekjaren 2007 en 2008 voor Skandia Sverige had verricht, aan de btw te onderwerpen. Hij was van mening dat deze diensten belastbare handelingen vormden en heeft SAC aangewezen als btw-plichtige. Dientengevolge is Skandia Sverige eveneens geïdentificeerd als belastingplichtige en is zij, als filiaal van SAC in Zweden, aangeslagen voor het bedrag aan belastingen van deze diensten.

Prejudiciële vraag

Zijn diensten die een in een derde land gevestigd hoofdkantoor (SAC) verricht voor zijn filiaal (Skandia Sveriga) in een lidstaat, belastbare handelingen indien dat filiaal lid is van een btw-groep in die lidstaat?

Overwegingen en oordeel

Artikel 2 van de Btw-richtlijn bepaalt dat onder meer diensten die binnen het grondgebied van een lidstaat door een als zodanig handelende belastingplichtige onder bezwarende titel worden verricht, aan de btw zijn onderworpen. In artikel 9 van de Btw-richtlijn is neergelegd dat „belastingplichtigen” personen zijn die „zelfstandig” een economische activiteit verrichten. Volgens vaste rechtspraak is een dienst slechts belastbaar wanneer tussen de dienstverrichter en de ontvanger van de dienst een rechtsverhouding bestaat waarbij over en weer prestaties worden uitgewisseld.

Om vast te stellen of tussen een niet-ingezeten vennootschap en een van haar bijkantoren (filialen) in een lidstaat een dergelijke rechtsverhouding bestaat –  om de verrichte diensten te belasten met btw – moet worden onderzocht of dat bijkantoor een zelfstandige economische activiteit uitoefent. Hierbij moet conform het arrest HvJ FCE Bank worden onderzocht of het bijkantoor autonoom is en met name of het economisch bedrijfsrisico door het filiaal wordt gedragen.

Als filiaal van SAC treedt Skandia Sverige niet zelfstandig op en draagt zij niet zelf het bedrijfsrisico van haar economische activiteit. Bovendien beschikt zij niet over een eigen kapitaal en maken haar activa deel uit van het vermogen van SAC. Daarom is Skandia Sverige afhankelijk van SAC en kan zij geen belastingplichtige zijn in de zin van de Btw-richtlijn.

Skandia Sverige is lid van een btw-groep, zodat zij samen met de andere leden een enkele belastingplichtige vormt. Zweden heeft deze btw-groep voor de toepassing van de btw een identificatienummer toegekend. Deze gelijkstelling met een enkele belastingplichtige sluit uit dat de leden van de btw-groep verder afzonderlijke btw-aangiften indienen en verder binnen en buiten hun groep als belastingplichtigen worden geïdentificeerd, aangezien alleen de enkele belastingplichtige die aangiften kan indienen.

Voor de toepassing van de btw kunnen diensten die worden verricht door een vennootschap als SAC voor een filiaal dat lid is van een btw-groep, daarom niet worden beschouwd als diensten verricht voor het filiaal, maar moeten zij worden beschouwd als diensten verricht voor de btw-groep. Het gevolg is dat voor zover de diensten onder bezwarende titel worden verricht door SAC voor haar filiaal, dat dit moet worden beoordeeld als een belastbare handeling van SAC aan de btw-groep.

De btw-groep is als afnemer van de diensten in Zweden ook gehouden de verschuldigde btw in te houden, aangezien op deze IT-diensten de verleggingsregeling geldt doordat SAC gevestigd is buiten Zweden.

HvJ conclusie

  • ‘’ De artikelen 2, lid 1, 9 en 11 van richtlijn 2006/112/EG (…), moeten aldus worden uitgelegd dat de diensten die een in een derde land gevestigd hoofdkantoor verricht voor zijn filiaal in een lidstaat, belastbare handelingen vormen indien dat filiaal lid is van een groep personen die voor de belasting over de toegevoegde waarde als één belastingplichtige kunnen worden aangemerkt.’’