ECLI:EU:C:2009:502 (Messner)

HvJ Messner, HvJ EU 3 september 2009
(ECLI:EU:C:2009:502)

Door Michiel Hennevelt

Essentie
Het gaat om bescherming van de consument die overeenkomsten tot koop op afstand sluit. Hoe verhoudt de Europese richtlijn zich tot nationale wetten? Mag de verkoper een compenserende vergoeding vragen bij herroeping van de overeenkomst?

Rechtsregel
Het is niet verenigbaar met de doelstelling van de onderhavige richtlijn dat bij herroeping van een koop op afstand van de consument een compensatie wordt gevraagd. Dit zou de consument beïnvloeden in zijn keuze om gebruik te maken van zijn bedenktijd. Compensatie is slechts mogelijk als door de consument in strijd gehandeld wordt met de beginselen van burgerlijk recht zoals goede trouw, of als er sprake is van ongerechtvaardigde verrijking.

Inhoud arrest
Mevrouw Messner koopt op internet een tweedehands notebook van Stefan Krüger. In de verkoopvoorwaarden is opgenomen dat een vergoeding verschuldigd is, als na retournering  het goed in slechtere staat verkeerd als gevolg van gebruik. Ruim acht maanden na de koop gaat de notebook kapot, waarop Messner de overeenkomst herroept. Zij mag de overeenkomst na zo’n lange tijd herroepen, omdat bij verkoop geen termijn voor herroeping aan haar bekend gemaakt is. Naar Duits recht kan dan zonder inachtneming van een termijn herroepen worden. Messner vordert de betaling van Krüger terug. Krüger stelt hierop tegen Messner een vordering in voor het gebruik gedurende acht maanden. Omdat de zaak binnen de richtlijn over koop of afstand valt, worden prejudiciële vragen gesteld.

De vraag die de Duitse rechter aan het Hof van Justitie stelt, is of de richtlijn zich verzet tegen het vragen van een compensatie voor gebruik, in het geval dat de consument de overeenkomst tijdig herroept (zoals Messner gedaan heeft). De richtlijn bepaalt namelijk dat een koop op afstand binnen 7 dagen kosteloos herroepen mag worden. Niet in geschil is dat Messner op grond van Duits recht de koop ook na deze termijn mocht herroepen. Het gaat slechts om de vraag of de vordering van Krüger in dit bijzondere geval toegewezen kan worden.

Het Hof overweegt dat het vragen van een vergoeding voor retourneren in beginsel beperkt is tot rechtstreekse kosten, verzendkosten bijvoorbeeld. Verdere vergoeding zou het recht van de consument om zijn herroepingsrecht, dat de richtlijn beoogt te beschermen, uit te oefenen, belemmeren. Juist bij koop of afstand moet de consument het goed thuis kunnen ontvangen en bekijken, en desgewenst terug kunnen sturen. Het is dan ook niet verenigbaar met de richtlijn dat betaald moet worden om gebruik te kunnen maken van het herroepingsrecht.

De richtlijn beoogt de consument echter ook niet meer rechten te verlenen dan de rechten die hij nodig heeft om gebruik te kunnen maken van het herroepingsrecht. Wanneer het herroepingsrecht gebruikt wordt in strijd met beginselen van het burgerlijk recht, zoals de goede trouw, staat de richtlijn dan ook niet in de weg aan het vragen van een compenserende vergoeding. Lidstaten mogen toestaan dat zo’n compenserende vergoeding in dat geval gevraagd wordt, mits deze vergoeding in verhouding staat tot de kostprijs. De Duitse rechter dient dus in de zaak van Messner tegen Krüger een afweging te maken op grond van de beginselen van burgerlijk recht enerzijds en de hoogte van de gevraagde compensatie anderzijds. In zoverre verzet de richtlijn zich niet tegen de compenserende vergoeding.