ECLI:EU:C:2008:723 (Cartesio)

HvJ Cartesio, HvJ EU 16 december 2008
(ECLI:EU:C:2008:723)

Door Michiel Hennevelt

Essentie

Geeft het vrije verkeer van vestiging het recht aan een vennootschap om haar zetel te verplaatsen, maar dan wel aan het vennootschapsrecht van de oude vestigingsstaat onderworpen te blijven? Prejudiciële vragen van de Hongaarse rechter.

Rechtsregel

Naar de huidige stand van het gemeenschapsrecht, waarbij het vennootschapsrecht van verschillende lidstaten sterk verschilt, mogen lidstaten een zetelverplaatsing met behoud van de binnenlandse rechtsvorm belemmeren.

Inhoud arrest

Cartesio is een commanditaire vennootschap naar Hongaars recht en heeft haar feitelijke zetel in Hongarije. Cartesio dient bij de Hongaarse handelsrechtbank het verzoek in om haar zetelverplaatsing naar Italië vast te leggen in het handelsregister. Dit wordt geweigerd; Hongaarse vennootschappen kunnen hun zetel niet verplaatsen naar het buitenland en tegelijkertijd onderworpen blijven aan Hongaars recht. In hoger beroep tegen deze uitspraak worden door de Hongaarse rechter prejudiciële vragen gesteld over de verenigbaarheid met de vrijheid van vestiging van deze ongelijke behandeling tussen vennootschappen afkomstig uit verschillende lidstaten.

Het Hof van Justitie trekt uit de wetgeving van Hongarije de conclusie dat, wil een vennootschap haar zetel verplaatsen naar een andere EU-lidstaat, deze vennootschap dan eerst opgeheven moet worden om vervolgens opnieuw opgericht te worden overeenkomstig het recht van het nieuwe vestigingsland. Omdat het vennootschapsrecht tussen lidstaten veel verschilt, is het vaste rechtspraak van het HvJ dat een lidstaat inderdaad beperkingen kan stellen aan het verplaatsen van de zetel onder behoud van binnenlandse rechtspersoonlijkheid. Dit is een vrijheid die de lidstaten bij de stand van het huidige unierecht nog hebben: zij mogen vennootschappen ontzeggen de nationale rechtsvorm te handhaven, wanneer die vennootschappen geen zetel meer hebben op het grondgebied en dus de aanknoping met het nationale recht verbroken is.

De situatie van Cartesio moet overigens onderscheiden worden van de situatie waarin de zetelverplaatsing wordt belemmerd, ondanks het feit dat een vennootschap óók niet meer onderworpen wil zijn aan het recht van de oude vestigingsstaat. Indien de oude vestigingsstaat dit belemmert kan er wel sprake zijn van strijd met de vrijheid van vestiging.