Bosman-arrest; C-415/39, 15-12-1995, NJ 1996, 637
(ECLI:EU:C:1995:463)
Door Austin Ellinor
Essentie
Jean-Marc Bosman zette eind 1995 de hele voetbalwereld op zijn kop. Transfervrije spelers bestonden voor het wereldberoemde Bosman-arrest nog niet. Na een slopende juridische strijd zorgde Bosman ervoor dat alle Europese voetballers na het eind van hun contract de volledige vrijheid kregen om zonder transfervergoeding naar een andere club te vertrekken. Dit betekende aan de ene kant gerechtigheid, maar aan de andere kant was dit het begin van exorbitante salarissen.
Deze slopende juridische strijd gaat over transfersommen in de voetbalwereld. Zijn transfersommen na het aflopen van een contract in strijd met artikel 45 VwEU? Oftewel, mag een club een transfersom eisen als een speler na afloop van zijn contract naar een andere club vertrekt?
Rechtsregel
De juridische regels omtrent transfers leveren door artikel 45 VwEU verboden belemmeringen van het vrije verkeer van werknemers op. Bosman zag namelijk dat zijn transfer niet door kon gaan, omdat zijn club een transfersom eiste aan het eind van zijn contract. Zo werd dus door de club bepaald of en wanneer een speler mocht vertrekken. Bosman werd daardoor in de uitoefening van zijn recht op het vrije verkeer van werknemers belemmerd. De transferregels waren niet in lijn met de regelingen omtrent het vrije verkeer van werknemers.
Inhoud arrest
Jean-Marc Bosman is een Belgische voetballer die in 1990 voor Club Luik uitkwam. In 1990 liep zijn contract af en Bosman wilde graag een nieuw avontuur beginnen. Hij wilde voor US Duinkerken gaan spelen. Club Luik eiste echter een enorme transfersom waardoor de transfer niet doorging, ook al was zijn contract al verlopen.
Bosman was hier uiteraard niet blij mee en vond dat hij beperkt werd in zijn vrijheid. Hij klaagde de Belgische voetbalbond aan. Zijn klacht was dat de transferregels (en nationaliteitsregels) in het voetbal in strijd waren met het Verdrag van Rome betreffende de mededingen en het vrije verkeer van werknemers. De Belgische rechter legde de kwestie voor aan het Europese Hof van Justitie.
Het Europese Hof van Justitie constateerde inderdaad dat de destijds geldende transferregels het Verdrag van Rome schonden. Volgens het Hof is artikel 45 VwEU wel degelijk van toepassing op de voetbalwereld, in het bijzonder bonden zoals FIFA, UEFA en de Belgische voetbalbond (KBVB).
Het vrije verkeer van werknemers wordt beperkt door de reglementen van de voetbalverenigingen. Deze regels zorgen ervoor dat werknemers (de voetballers dus) zelfs na het einde van hun contract hun werk niet kunnen uitoefenen in een andere lidstaat. Door dit alleen mogelijk te maken na het betalen van een transfersom, wordt het vrije verkeer beperkt. De rechtvaardigingsgronden die de bonden gebruikten werden opzij gezet door het Hof. Zij kwamen tot de conclusie dat de transferregels destijds geen geschikt middel waren om die rechtvaardigingsgronden daadwerkelijk te rechtvaardigen. Bosman werd dus in het gelijk gesteld.
De gevolgen waren enorm. Vanaf dit moment konden spelers in Europa gratis vertrekken naar andere clubs. EU-burgers kregen dus meer rechten, en spelers konden makkelijker van club wisselen. Dit zorgde ervoor dat clubs spelers langere contracten gaven en vaak ook beter betaalden. Transfersommen stegen ook enorm. Het Bosman-arrest heeft er kort gezegd voor gezorgd dat spelers vrijer werden in hun acties in de voetbalmarkt. De macht van de clubs werd verkleind en de spelers kregen meer rechten.