HvJ EU, 1 april 1982, HvJ arrest Hong Kong Trade Development Council (C-89/81) (ECLI:EU:C:1982:121)
Essentie
Uit dit bekende standaardarrest blijkt of het gratis verlenen van diensten (presteren om niet) leidt tot een belastingplicht onder de Btw-richtlijn.
Rechstregel
Eenieder die regelmatig, maar uitsluitend gratis diensten verricht jegens ondernemers, kan niet worden aangemerkt als een belastingplichtige op basis van de Btw-richtlijn.
Inhoud arrest
Hong Kong Trade Development Council (hierna: HKTDC) is een in 1966 te Hong Kong opgerichte organisatie ter bevordering van de handel tussen Hong Kong en andere landen. In 1972 heeft zij ook in Amsterdam een kantoor geopend. Haar werkzaamheden in Nederland bestaan in het gratis geven van voorlichting en inlichtingen aan ondernemers over Hong Kong en de handelsmogelijkheden met dit gebied. Ook geeft zij inlichtingen over de Europese markt aan ondernemers in Hong Kong. De inkomsten van het kantoor in Amsterdam bestaan uit een vaste jaarlijkse bijdrage van de regering van Hong Kong en 0.5% van de opbrengsten van de heffing over de in Hong Kong ingevoerde en uitgevoerde goederen.
HKTDC heeft de btw, die zijn in rekening gebracht heeft gekregen van andere ondernemers, in aftrek gebracht van de door haar verschuldigde btw aan de fiscus. Dit resulteerde in een teruggaaf van de btw. Deze teruggaaf had de fiscus eerst toegekend, maar vervolgens teruggevorderd omdat HKTDC door hem niet meer als belastingplichtige werd erkend. HKTDC presteerde namelijk enkel om niet (gratis).
De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie (hierna: HvJ). De eerste vraag is of iemand, die regelmatig jegens ondernemers diensten verricht, kan worden aangemerkt als belastingplichtige indien deze diensten om niet worden verricht. Het HvJ antwoord deze vraag ontkennend.
Artikel 2 van de Btw-richtlijn bepaalt dat enkel diensten welke onder bezwarende titel door de belastingplichtige worden verricht, aan de belasting over de toegevoegde waarde zijn onderworpen. Wanneer iemands werkzaamheden uitsluitend bestaan in het verschaffen van prestaties zonder directe tegenprestatie, ontbreekt een belastinggrondslag. Deze prestaties om niet zijn niet onderworpen aan de belasting over de toegevoegde waarde, als dit in het licht van het stelsel van de Europese btw en de context van het begrip ”ondernemer” wordt uitgelegd. In een dergelijk geval moet zo iemand namelijk worden gelijkgesteld met een eindverbruiker. Indien iemand regelmatig, maar uitsluitend om niet diensten verricht jegens ondernemers, kan deze dus niet worden aangemerkt als een belastingplichtige op basis van de Btw-richtlijn.