Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State 22 januari 2025, Universiteit heeft een student wegens overlast succesvol uitgeschreven
(ECLI:NL:RVS:2025:145)
Essentie
In deze zaak staat de uitschrijving van een student door een universiteit centraal. De student had zich ernstig misdragen, hetgeen ertoe heeft geleid dat de universiteit op rechtmatige wijze de inschrijving van de student heeft beëindigd.
Rechtsregel
Indien een zorgvuldige procedure is doorlopen kan een student succesvol worden uitgeschreven door een universiteit.
Inhoud uitspraak
Feiten
Een student begon in 2004 aan een bacheloropleiding aan de Technische Universiteit Delft (hierna te noemen: TUD). In 2017 schreef hij zich wegens gezondheidsredenen uit, waarna hij zich in 2021 opnieuw inschreef. Vanwege verscheidene beperkingen had de student recht op ondersteunende voorzieningen. De examencommissie kwam niet tegemoet aan alle verzoeken, waardoor hij meerdere administratieve beroepen heeft ingesteld bij het college van beroep voor de examens (hierna te noemen: CBE). Tijdens deze procedures communiceerde de student op een onveilige en grensoverschrijdende wijze.
Zo moest de student in februari 2023 bij de decaan op gesprek komen, nadat hij een tentamensurveillant had uitgescholden. Hierna is de student officieel berispt en volgde zelfs een officiële waarschuwing. Tijdens een zitting bij het CBE liep het dusdanig uit de hand dat de student verzocht werd het gebouw te verlaten. Om die reden heeft de universiteit een tijdelijk toegangsverbod voor het faculteitsgebouw opgelegd. Vanwege het incident tijdens de zitting werd een besluit genomen over de beëindiging van de inschrijving van de student. Omwille van de tijd is daarom het gebouwverbod verlengd. Uiteindelijk is naar aanleiding van het onderzoek van het incident tijdens de zitting besloten tot beëindiging van de inschrijving van de student. De student is het in de eerste plaats niet eens met de verlenging van het gebouwverbod en stelt zich voorts op het standpunt dat de beëindiging van zijn inschrijving is gebaseerd op onjuistheden.
Oordeel Raad van State
Op grond van artikel 7.57h van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderwijs (hierna: Whw) hebben universiteiten de mogelijkheid om bij ernstige overlast van studenten hen de toegang tot gebouwen te ontzeggen en, indien noodzakelijk, de inschrijving te beëindigen. Uitschrijving is alleen mogelijk indien de student eerst is aangemaand het gedrag te stoppen. De universiteit heeft via een specifieke regeling nadere voorschriften opgesteld over de wijze waarop maatregelen zoals genoemd kunnen worden genomen.
De Afdeling is van oordeel dat de verlening van de uitschrijving gegrond was. Dit mocht namelijk voor de duur van maximaal een jaar. Ook is de Afdeling zich ervan bewust dat het beëindigen van de inschrijving een ingrijpende maatregel is, waar niet lichtvaardig over besloten kan worden. De universiteit is hier naar het oordeel van de Afdeling niet lichtvaardig geweest, gezien zij met lichtere maatregelen heeft geprobeerd het gedrag van de student te sturen. De universiteit heeft immers gesprekken gevoerd en waarschuwingen gegeven. Deze waarschuwingen worden dan ook gezien als een aanmaning. Er bleek geen enkele wijze van zelfreflectie bij de student te zijn. De student beïnvloedde met zijn gedrag namelijk het leerklimaat op negatieve wijze. Bovendien was het gedrag van de student ook merkbaar tijdens de zittingen. De Afdeling is van oordeel dat de uitschrijving in stand kan blijven en derhalve rechtmatig is.