Rechtbank Rotterdam 4 mei 2023, Ontslag op staande voet wegens ongepaste toespraak (ECLI:NL:RBROT:2023:3755)
Essentie
Een timmerman heeft op het feest ter ere van zijn vijfentwintigjarig jubileum een toespraak gehouden. Deze toespraak is door de directie ervaren als ongepast en beledigend. De timmerman is daarom op 30 januari 2023 op staande voet ontslagen. De timmerman verzoekt in deze procedure vernietiging van het ontslag en toelating tot zijn werkzaamheden.
Rechtsregel
De voorwaarden voor het ontslag op staande voet zijn terug te vinden in artikel 7:677 lid 1 BW. Voor het ontslag moet sprake zijn van een dringende reden en een onverwijlde opzegging/mededeling aan de werknemer. Als dringende reden worden beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
Inhoud arrest
Als dringende reden voor het ontslag op staand voet heeft de werkgever opgegeven dat de timmerman in zijn toespraak (voormalig) werknemers en de directie grovelijk heeft beledigd, onder meer door hun geloofsbeleving en privéomstandigheden belachelijk te maken. De timmerman heeft gesteld dat het ging om een ‘roast’, waarin hij de communicatie in het bedrijf aan de kaak wilde stallen met enkele voorbeelden. De kantonrechter oordeelt dat verschillend gedacht kan worden over het komische gehalte van de toespraak, gelet op de tekst en de lauwe reactie daarop, maar dat geen sprake is van grove belediging.
De toespraak
In de toespraak heeft de timmerman bijvoorbeeld gezegd dat hij veel bij het bedrijf heeft meegemaakt, maar nog nooit een goede communicatie. Ook gaat hij in op de kosten van een adviesbureau en refereert hij aan het christelijk geloof van de directie. Over dat laatste heeft de timmerman verklaard dat hijzelf een trouwe kerkganger is en niet neerbuigend over het geloof doet. Volgens de kantonrechter is dit verder ook niet uit de tekst van de toespraak op te maken. Naar iemands geloof verwijzen, zonder dit belachelijk te maken, is niet een zodanige gedraging dat voor iedereen duidelijk is dat dit een (objectief) dringende reden voor ontslag op staande voet is. Wel heeft de timmerman een vergelijking gemaakt die beledigend en ongepast is, zeker gelet op het feit dat de toespraak gehouden werd voor relaties en partners. De timmerman richtte zich tot een directielid en zei: “Ik heb ook een keer op mijn knieën voor jou gezeten en dat was niet om je een huwelijksaanzoek te doen. Ik hou namelijk niet zo van kerels en jij was toen ook zo trouw als een loopse teef”. De timmerman stelt hierover dat grof taalgebruik gebruikelijk is op de werkvloer. Hij had zich echter kunnen en moeten realiseren dat het niet gepast is om dit soort uitdrukkingen te gebruiken tijdens het feest.
De uitlatingen zijn geen reden voor ontslag op staande voet. Hierbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat de timmerman grappig probeerde te zijn, al 28 jaar voor het bedrijf werkt, probleemloos functioneerde en juist voor zijn toespraak is geprezen door een directielid.
Ontbinding
Naar het oordeel van de kantonrechter is er wel een redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De toespraak heeft geleid tot een verstoorde arbeidsrelatie (g-grond). De timmerman heeft het bedrijf op het bedrijfsfeest ter ere van zijn jubileum te kijk gezet ten overstaan van al haar medewerkers, familieleden, relaties en partners. Een deel van de aanwezigen heeft dit niet als komisch of als een roast ervaren, zoals blijkt uit reacties en berichten die daarna ontvangen zijn. De timmerman heeft wel een excuusbrief opgesteld, maar heeft zijn woorden niet teruggenomen. Onder deze omstandigheden is het begrijpelijk dat het vertrouwen in de timmerman is verloren en dat de arbeidsrelatie duurzaam verstoord is.