ECLI:NL:RBLIM:2021:8580 (Beveiliger die in slaap valt tijdens nachtdienst handelt niet verwijtbaar)

Rechtbank Limburg, 16 november 2021, Complexbeveiliger valt in slaap tijdens nachtdienst, ontbindingsverzoek wordt afgewezen
(ECLI:NL:RBLIM:2021:8580)

Essentie

Sinds 1 oktober 2020 is de werknemer in dienst bij werkgever Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) voor bepaalde tijd. Een jaar later is zijn contract verlengd voor onbepaalde tijd voor de functie Medior Complexbeveiliger. In de zomer van 2021 draait hij samen met vijf collega’s een nachtdienst die om 21:45 uur begint en om 7:00 uur eindigt.

Nadat een medewerker melding maakt van een incident wordt aan alle zes de werknemers een verklaring gevraagd. DJI heeft daarop de werknemer medegedeeld dat hij ernstig verwijtbaar gehandeld heeft door tijdens de dienst in slaap te vallen. Ook kondigt zij aan om ontbinding bij de kantonrechter te verzoeken en wordt de werknemer geschorst met behoud van loon.

Het is nu aan de kantonrechter om dit ontbindingsverzoek op de e-grond te beoordelen.

Rechtsregel

Ingevolge artikel 7:669 lid 1 jo. 7:671b lid 1 BW kan de arbeidsovereenkomst alleen ontbonden worden indien sprake is van een redelijke grond. Een van deze gronden is het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer (de e-grond).

Voor een succesvol beroep op deze redelijke grond is vereist dat de werknemer schuld heeft aan het handelen of nalaten en hem dat derhalve kan worden aangerekend. Dit impliceert ook dat voor de werknemer duidelijk moet zijn geweest dat bepaald gedrag door de werkgever niet geaccepteerd zou worden. Ook zal de werkgever dan moeten aantonen dat hij getracht heeft de werknemer via minder vergaande maatregelen, zoals waarschuwingen, disciplinaire sancties of schorsingen, te bewegen het verwijtbare handelen of nalaten te staken.

Inhoud arrest

De kantonrechter stelt vast dat de werknemer tijdens de nachtdienst enige tijd heeft geslapen, dat hij de ronde van 6:00 uur niet heeft gelopen en dat hij zijn taken op de Centrale Post niet volledig heeft vervuld. Deze gedragingen zijn volgens de rechter voldoende om als ernstig plichtverzuim gekwalificeerd te kunnen worden, hetgeen een strenge arbeidsrechtelijke maatregel zou kunnen rechtvaardigen. Of dit de ontbinding van de arbeidsovereenkomst moet inhouden is nog de vraag.

Wat hier een belangrijke rol in speelt is dat de werknemer aan het einde van de dienst op zijn gedrag is aangesproken door de ploegleider. Daarbij is hem ook verteld dat hij een waarschuwing krijgt en dat er de volgende keer een melding van gemaakt wordt. De kantonrechter is van mening dat de werknemer daarom ook niet hoefde te verwachten dat later die maand alsnog een melding werd gemaakt van het incident. DJI brengt daar tegenin dat de wachtcommandant en de ploegleider dit meteen hadden moeten melden en dat tegen hen ook een maatregel genomen is. DJI kan dit echter niet tegen de werknemer opwerpen. Hij mocht er op vertrouwen dat het bij een waarschuwing zou blijven, mede gelet op de bestaande gezagsverhouding. De werknemer had hierdoor het incident ook niet zelf hoeven melden.

DJI had door de eerder gegeven waarschuwing en het tijdverloop van anderhalve maand tussen het incident en de aankondiging ontbinding te verzoeken een minder vergaande maatregel kunnen treffen. De rechter weegt daarbij ook mee dat tijdens de betreffende nachtdienst zich geen gevaarlijke situaties hebben voorgedaan.

De kantonrechter concludeert dat geen sprake is van een voldragen e-grond voor de ontbinding en wijst het verzoek van DJI af.