Als je normaal ontzettend makkelijk schrijft, van het soort ‘drie keer met je vingers knippen en er staat een dijk van een tekst’, dan valt een writer’s block bijzonder rauw op je dak. Helemaal als je ‘m niet ziet aankomen. Extra lastig wordt het als je net lekker achter je computer bent gaan zitten om een batterij papers weg te werken voor je vakken. En een writer’s block is helemaal killing als je je geld verdient met het schrijven van teksten.
Een jaar of zeventien geleden, tijdens een cursus creatief schrijven, leerde ik dat er schrijvers zijn van het type Mozart en van het type Bach. Type Bach schrijft, schrapt, herschrijft, herschrapt, herschrijft nog eens en houdt dan uiteindelijk iets over wat op een tekst lijkt. Type Mozart daarentegen heeft de tekst al in het hoofd zitten, schrijft het in één keer op, schaaft het hier en daar iets bij en klaar is Kees Mozart.
Alle opleidingen met schrijfplannen, outlines, diverse schrijfrondes en verschillende versies ten spijt, ik ben van het type Mozart. In mijn hoofd zit een idee, dat borrelt en dat pruttelt een beetje, er borrelt een eerste – of juist laatste, maar dat gebeurt een stuk minder vaak – zin omhoog en dan is het een kwestie van ervoor gaan zitten. Boom!
Omdat ik meestal aan de slag ga met de beginzin (of soms ook titel, dat gebeurt ook ja), schrijf ik van voor naar achter. Mijn inleiding schrijf ik als eerste, mijn conclusie als laatste. En alhoewel ik echt altijd heel braaf voor papers en essays een nieuw document opende en achter de naam bij het opslaan ‘V1’ toevoegde (van ‘versie’ uiteraard), vol goede voornemens voor herschrijfrondes en die shizzle, was het document dat ik uiteindelijk exporteerde naar pdf om op te sturen vrijwel altijd diezelfde V1. Gelukkig liep het altijd goed af: ik haalde prima cijfers voor papers en essays. Zelfs op momenten dat ik het zelf helemaal niet meer zag zitten, zwetend en steunend zinnen zat te prakken van woorden en vond dat ik broddelwerk had ingeleverd.
Eigenlijk ben ik best in mijn nopjes met die gave. Die zorgt er toch steeds maar weer voor dat ik tekst op ‘papier’ krijg, ook als ik eigenlijk helemaal geen idee had waarover ik überhaupt moest schrijven. Column voor Het Rechtenstudentje? Check! Pfjew.