Weten te bewijzen

“Het gaat er niet om wat je weet, het gaat erom wat je kunt bewijzen.” Volgens mij komt deze quote voor in heel wat films, want ik voel ‘m inmiddels bijna aankomen als ik een actiefilm kijk. Goeie gast wordt onrecht aangedaan, hij is teleurgesteld in het rechtssysteem dat – daar komt ie – uitgaat van wat je kunt bewijzen en niet van wat je weet, goeie gast neemt wraak en denkt onschendbaar te zijn omdat het rechtssysteem niet kan bewijzen dat hij het is.

Maar het gaat niet alleen op voor films heb ik gemerkt nu ik in een soort koude oorlog ben beland met pakketbezorgbedrijven. Op social media komen vaak niet thuis-berichten voorbij waarop de bezorger bijzonder passief-agressief laat weten dat mensen moeten kiezen voor een afhaalpunt als ze weten dat ze op het bezorgmoment niet thuis zullen zijn. Dat lijkt me ook heus wel vrij frustrerend, als je tien pakketjes moet bezorgen en op negen adressen is er niemand thuis, tuurlijk. Daarom kies ik – als ik überhaupt de keuze heb, want niet alle online aanbieders hebben die optie – altijd voor een tijdvak waarin in zeker weet dat ik thuis ben. En als ik zeker weet dat ik niet thuis ben, dan vink ik aan dat het op een ophaalpunt gebracht mag worden. Vind ik geen punt.

Die inspanning wordt alleen minder gewaardeerd door de bezorgers als ik kies voor het tijdvak waarop ik zeker thuis ben. Dat wéét ik. Dat weet ik zó ontzettend zeker. Ik woon namelijk op drie hoog en er is hier geen lift. Met vlagen baal ik daar zelf ook hard van, maar het is niet anders. Mocht ik de gelegenheid hebben om bij een bestelling een “opmerking voor de bezorger” achter te laten, dan laat ik dat ook altijd weten. Die zes trappen zijn minder erg als je je er mentaal op hebt kunnen voorbereiden.

Toch kunnen de bezorgers van de verschillende pakketdiensten bijna nooit mijn pakketjes aan me kwijt. Ik schijn namelijk nooit thuis te zijn. Ook al zit ik op het aangegeven tijdvak met m’n oren gespitst op de bel te letten, ik krijg dan ineens een melding in de app of via de mail dat de bezorger voor een dichte deur stond, potverdikkie. Eh, ja, als hij niet áánbelt, dan gaat die deur ook niet op magische wijze open. Duh.

Zo kon ik dus afgelopen week, terwijl ik gewoon keurig thuis was, meerdere pakketjes op verschillende afhaalpunten gaan ophalen. “We hebben je gemist.” “Onze bezorger stond voor een dichte deur.” “Wegens omstandigheden konden we je pakket niet bezorgen, dus we sturen ‘m naar het afhaalpunt.”
Amusant wel, want ik heb dus geen auto. En heel efficiënt wordt er over het algemeen niet ingepakt (ok, maar daar kan de bezorgdienst ook niets aan doen), dus op de fiets of lopend is het niet altijd even handig om zo’n pakket te gaan halen. Daarom, je verwacht het niet, bestel ik zulke artikelen dus online. Heel gek, ik weet het.

Het toppunt was een bezorger die mijn straat in kwam rijden, naar het huisnummer keek, zag dat er geen lift was, een briefje in m’n brievenbus stopte en weer wegreed. Ik zág het gebeuren. Dus de volgende dag ging ik lopend naar het afhaalpunt, waar het bleek te gaan om vier pakketten van ieder 35 kilo. Ik snap heel goed dat die bezorger daar geen zin in had. Maar ga dan niet beweren dat ik niet thuis ben.

Dus ja, ik weet dat de pakketbezorgers (ok, vooruit, niet allemaal: sommige pakketbezorgers) gewoon lui zijn en geen zes trappen op willen lopen. Maar ik kan het niet bewijzen. Dus ik kan er helemaal niets aan doen. Ja, misschien een paar camera’s ophangen bij de portiekdeur. Maar daar zijn ook weer regels voor natuurlijk. En als goeie gast houd je je aan de regels.

Alhoewel, in liefde en oorlog is alles geoorloofd, toch? Ben ik nu de goeie gast die omslaat. Bring it maar on, pakketbezorgers!