Ongeveer een jaar geleden werd er gediscussieerd over de inperking van de vrije artsenkeuze. Het betrof een wetsvoorstel van Minister Schippers dat uiteindelijk de zorgkosten moest verlagen. De Tweede Kamer had dit wetsvoorstel weloverwogen goedgekeurd, maar de Eerste Kamer gooide roet in het eten. Is het eigenlijk wel terecht dat de Eerste Kamer een, door de Tweede Kamer goedgekeurd, voorstel mag afwijzen?
Geschreven door Koen Hoekstra
De Eerste Kamer bestaat sinds 1848 uit leden van de Provinciale Staten. Drie maanden na de Provinciale Statenverkiezingen, worden de leden van de EK gekozen. Zij hebben ten doel de wetsvoorstellen van de Tweede Kamer te controleren. De EK is dus een ‘Chambre de Réflexion’. Fouten die de Tweede Kamer (TK) maakt, kunnen hierdoor gecorrigeerd worden. Echter, de EK keurt, zoals in het bovenstaande geval, ook voorstellen af die weloverwogen door de TK zijn goedgekeurd. De EK heeft dus een activistische houding aangenomen. Dit is voor een deel verklaarbaar, want sinds 1983 is de zittingsperiode van zes naar vier jaar gegaan. De EK is sindsdien een recentere afspiegeling van de maatschappij dan de TK, aangezien zij later worden aangesteld. Verder staat de EK los van de kabinetsformatie, dus ook dat laat ze vrij. Desalniettemin is het maar de vraag of dit wenselijk is.
Gevallen zoals het hierboven beschreven wetsvoorstel doen mij afvragen of de EK nog wel bestaansrecht heeft. Waarom zou er een tweede keer over een wetsvoorstel gestemd moeten worden, als de TK het al heeft goedgekeurd? Zij kan immers eventuele foutjes ook corrigeren. Afschaffing zou de wetgevingsprocedure versnellen en geld besparen. Verder staan de leden van de EK nog verder van het gewone volk af, dan de leden van de TK. Ik kan niemand uit de EK bij naam noemen, maar dat is bij de TK wel anders. Iedereen kent immers Geert Wilders en velen kennen Alexander Pechtold en Diederik Samsom ook wel. Juist dit laatste punt is belangrijk. De EK moet het volk vertegenwoordigen, maar het volk weet niet eens wie daar zitten. Op deze manier heeft de EK mijns inziens geen toegevoegde waarde.
Toch heeft de EK positieve kanten. We horen er niet veel over in de media, wat maakt dat ze volledig buiten het politieke moddergooien blijft. De leden kunnen dus zonder druk van media een wetsvoorstel beoordelen. De TK is te vaak onderhevig aan mediahypes en doordat ze gekozen moeten worden, is de verleiding om te doen wat het volk wil horen erg groot. Dit is echter niet altijd het verstandigst. De EK kan hier de uitkomst bieden.
Verder is het EK-lidmaatschap, in tegenstelling tot de TK-lidmaatschap, een “parttimejob”. Dit maakt dat de leden ook werken in een andere branche. Ze doen meer ervaringen op dan slechts die uit Den Haag. Juist dit punt vind ik van waarde. Doordat de leden uit de praktijk komen, hebben ze hier een beter beeld van. Juist dát vind ik belangrijk. Deze argumenten samen maken dat ik de EK niet zou willen afschaffen, maar aanpassen.
De Engelse Jamie Susskind (klik op de link voor zijn vlammende betoog) heeft hier een inspirerende kijk op. Hij betoogt dat de House of Lords een ‘Centre of Expertise’ moet worden. Niet vaste politici nemen daar plaats, maar professionals uit de praktijk. Deze aanpassing spreekt mij aan. Als de TK een wetsvoorstel heeft goedgekeurd, zouden professionals met expertise op dat gebied zich daarover gaan buigen. Zij zullen eerder praktische mankementen tegenkomen dan beroepspolitici. Als het gaat over een wetsvoorstel met betrekking tot de bouw, dan kan dus zelfs de bouwvakker van driehoog achter plaatsnemen. Hij kent het vak immers zoals zijn broekzak. Op deze manier vangen we twee vliegen in één kap: de EK voegt meerwaarde toe doordat ze zich onderscheidt van de TK en ze komt dichterbij het gewone volk. Als het aan mij ligt, verandert de ‘Chambre de Réflexion in een ‘Centre of Expertise’.