Wat was er eerst: het netwerk of de borrel?

Een goed rechtenstudent gaat tijdens zijn studie naar flink wat borrels – tenminste, dat is mij verteld door alle recruiters. Op de open dagen, kantoorbezoeken en andere recruitment events lijkt het de klapper op de vuurpijl te zijn: de vrijmibo. Het ultieme lokkertje om studenten binnen te halen: ‘Zet bij ons je studententijd voort!’ Maar is dat wel zo logisch?

Door Eva te Dorsthorst

Naast de vele feesten voor rechtenstudenten, is er in elke kroeg of club van redelijke grootte altijd wel een rechtenstudent in de buurt. Deze kroegtijgers lijken dan ook nagenoeg eigenhandig verantwoordelijk voor het stereotype rondom de Rechtsgeleerdheid: er valt nauwelijks academische eer mee te behalen, en het behalen van een bachelor moet dan ook makkelijk gepaard kunnen gaan met een (meer dan) regelmatige kater.

Hoewel er met die stelling genoeg mis is (en dat er over dat misverstand genoeg columns te schrijven vallen, wordt even buiten beschouwing gelaten), is er nog een andere factor die meespeelt aan de karikatuur van de rechtenstudent. De uiteindelijke juristen, advocaten, advocaat-stagairs en andere alumni van de rechtenfaculteit zijn allesbehalve vies van een borrel. Deze voorliefde is niet beperkt tot de Nederlandse jurist: de American Bar Association kwam tot de verontrustende conclusie dat juristen tot driemaal vaker een alcoholprobleem hebben dan het gemiddelde lid van de Amerikaanse samenleving. Zij constateerden dat de vele netwerkevenementen en de competitieve inborst van menig jurist ten grondslag zouden liggen aan dit probleem, en dat dit probleem zich bovendien vaker voordoet onder jonge juristen dan onder hun seniors.

In Nederland is er nog geen vergelijkbaar onderzoek geweest, maar opmerkelijk is wel dat ons woord borrel inmiddels is uitgegroeid tot een internationaal erkend fenomeen. De Engelstaligen kunnen een borrel maar moeilijk scharen in hun eigen vocabulaire: het is duidelijk te informeel om van een ‘reception’ te spreken, maar het simpele ‘drinks’ lijkt te ontoereikend om de subtiele formaliteit achter het evenement te dekken. Er wordt immers op de achtergrond nog wel een score bijgehouden; welke collega of potentiële stagiaire valt als eerste slachtoffer aan het laatste drankje te veel?

In ieder geval zet de cirkel zich voort: de nieuwe juristen leren de drankcultuur van de oude garde, en houden zich na enkele maanden staande op een vrijmibo waarbij menig ‘snuffelend’ student vraagtekens zou zetten bij zijn/haar eigen alcoholtolerantie. Deze vraagtekens verdwijnen vanzelf wanneer de student in kwestie ingeburgerd wordt op kantoor en de nieuwe juristen toetreden tot de oude garde. Een goede borrel-vaardigheid lijkt dus essentieel bij het netwerken voor een stage of baan, zo menen de doorsnee Career Services en recruiters.

Mij is het conditio sine qua non verband echter nog niet helemaal duidelijk. Men komt immers meestal via-via op de borrel terecht, en het fenomeen blijft alleen bestaan omdat ‘het juridisch netwerk’ het (tot in den treure) blijft herhalen. Het lijkt mij dus eerder andersom: zonder netwerk geen borrel, in plaats van zonder borrel, geen netwerk.