Zodra je start met de rechtenstudie verandert zonder twijfel je kijk op de maatschappij. Politici die dingen roepen die juridisch niet haalbaar zijn, allerlei onjuistheden in televisieprogramma’s en -series; het is het topje van de ijsberg. Hieronder een vijftal situaties die rechtenstudenten ongetwijfeld bekend voorkomen!
1. Je leert meer over zinsopbouw, grammatica en het belang van een goedgeplaatste komma dan op de middelbare school
“In haar algemeenheid kan niet als juist worden aanvaard de opvatting dat een taxatie door een deskundige slechts kan gelden als een deskundigentaxatie indien is voldaan aan het vereiste dat de deskundige/taxateur niet tevens de verzekeringnemer en/of de (mede)verzekerde bij de betreffende overeenkomst is.”
Say what?! Zinnen zoals deze (uit het boek ‘Verzekeringsrecht praktisch belicht’) zijn eerder regel dan uitzondering. Zei ik ‘middelbare school’? Tel de bovenbouw van de basisschool daar ook maar bij op. De vaardigheid om zinnen goed te ontleden bleek nooit belangrijker dan tijdens je rechtenstudie.
2. Series kijken is plotseling een stuk minder leuk
Personages die te pas en te onpas roepen dat ze elkaar gaan aanklagen. Personages die ontslagen worden, roepen dat dat helemaal niet kan en jij al kijkend met de kennis van alle gebeurtenissen alleen maar hartgrondig kunt reageren met “En óf dat kan! Muts!” Maar de jurist in de serie is er heilig van overtuigd dat deze muts gelijk heeft.
Veroordelingen met alleen indirect bewijs, of alleen een ‘bekentenis van de dader’, waarop jij natuurlijk mompelt: “bekennende verklaring van de verdachte heet zoiets”.
Na een drugstest in ‘Border Security’: “Alsof ze er iets aan hadden gehad als de uitslag wél positief geweest was, zeg. Dan zouden er drugssporen op zitten, so what! Dat zegt dan toch nog niet dat híj drugs smokkelde? Hij heeft het poppenbeentje gevónden, het had net zo goed de vorige eigenaar kunnen zijn die dat ding gebruikte om te smokkelen. Verder zijn er toch geen aanwijzingen dat die toerist iets van drugs heeft, of heeft gebruikt? Nou dan!”
Nee, series kijken is niet alleen een stuk minder leuk, het wordt ook dodelijk vermoeiend.
3. Je checkt ieder openstaand kelderluik op mogelijkheden
Ha. Een openstaand kelderluik net als je bankrekening wel een flink infuus kan gebruiken. Staat er een hekje omheen? Staat er een mannetje bij? Een waarschuwing? Hoe diep is de kelder? Hoe hard kom je terecht? Een schadevergoeding is leuk, maar je zit natuurlijk ook niet echt te wachten op een gebroken nek.
4. Waar je ook kijkt: overal overeenkomsten
Een taart kopen bij de banketbakker blijkt ineens een stuk ingewikkelder dan zelf een taart á la Buddy ‘Cake Boss’ Valastro te bakken: aanbod, aanvaarding, onderhandeling, levering, overdracht, prestaties, bezitsverschaffing, eigendomsoverdracht, geldige titel…. Man! Dat kan écht veel makkelijker: Cakemix, boter, eieren, melk. Done.
En over taart gesproken:
5. Je wantrouwt iedere taartpunt
Zéker als de persoon die het je aanbiedt er enthousiast bij roept dat de taart van de állerbeste bakker komt. Uit Hoorn.