‘Ach, wanneer je als docent in het HBO onderwijs eindigt dan heb je in het echte leven zo hard gefaald dat dit echt de enige optie was’. Een gecensureerde versie van een bepaald type reactie die ik vrij vaak voorbij zie komen op sociale media, zeker in de context van recensies van hogescholen en universiteiten. In onze samenleving hebben we vaak snel een mening over de rol van de leraar. De discussies die daarbij horen zijn doorspekt met vooroordelen over ons vak. Als ik het zo eens samenvat is de tendens vaak dat we talentloos en lui zijn en waarschijnlijk ook stinken.
Het nieuwe collegejaar begint weer en daar heb ik zin in! Altijd weer een mooi moment om oog in oog te staan met een frisse nieuwe lichting eerstejaars studenten die ik mag inleiden in de wonderlijke wereld van het recht. Maar ook een week waarin we even aan elkaar moeten wennen. Die eerste week moet ik vaak veel goedbedoelde vooroordelen incasseren.
Incompetent
De voornaamste is eigenlijk de onuitgesproken aanname dat wanneer je wat titels voor je naam hebt staan en voor een klas staat je ergens behoorlijk de boot hebt gemist. ‘Wat doet u hier!?’ is een goedbedoelde maar tevens ook kwetsende vraag die ik geregeld mag beantwoorden in die eerste week van het collegejaar. De onuitgesproken aanname die hierachter steekt is: ‘u had toch met uw papieren enorm kunnen cashen op de Zuidas, dus wat bezielt u om docent recht te worden!?’ Daar zal dus wel wat mee mis zijn. Lukte het me soms niet om een baan te vinden of zo? Tsjah, zo iemand moet wel erg incompetent zijn, zo getuigt ook de bovengenoemde Facebookpost.
Lui
Of misschien ben ik wel niet incompetent, maar gewoon lui. Zo’n docent, heeft hij niet enorm veel vakantie? Wel lekker relaxed leventje dus: beetje lesgeven tussen de vakanties door, en vaak ook ruimschoots voor vier uur ’s middags al naar huis. Zou het dat zijn? Google in ieder geval voor de zekerheid maar eens naar burn-out klachten in het onderwijs.
Stinken
De politiek doet vaak ook nog eens een duit in het zakje die het beeld dat aankomende studenten van hun nieuwe docenten gaan hebben niet bepaald ten goede komt. Bij ieder nieuw kabinet is de conclusie dat het hele onderwijsland volstrekt ondermaats presteert en er een belangrijke nieuwe koerswijziging op handen is om dat tij nu eindelijk eens te keren. In iedere andere professionele organisatie zouden we inmiddels van een stuurloos schip, of wellicht zelfs van een Titanic spreken.
Een van de meest denigrerende krantenkoppen in die context was die van de Volkskrant daterend van 14 maart 2013: ‘Je moet met een leraar willen trouwen‘. Het betrof een uitspraak van oud-minister Bussemaker naar aanleiding van voorgenomen hervormingen in onder meer het HBO en universitair onderwijs. Met deze uitspraak suggereerde ze in ieder geval dat vóór de door haar bedachte veranderingen de amoureuze aantrekkelijkheid van een docent nog minder dan nul is. Aan het salaris lag dat volgens onze oud minister zeker niet, wel het imago dat we hebben. En dat moest veranderen. We zullen wel stinken denk ik. En ik moet bekennen, na een dag in een collegezaal en twaalf koppen koffie verder zal ik ongetwijfeld niet naar frisse rozen in de prille ochtendgloren ruiken. Maar goed dat ik zelf met een lerares getrouwd ben, want als ik dit zo lees geloof ik niet dat ik het voor elkaar zou moeten krijgen om succesvol te daten met iemand uit een andere beroepsgroep.
Na de eerste week
Maar ach, als we deze vooroordelen in die eerste week gehad hebben en we aan elkaar gewend zijn geraakt, heb ik de fijnste studenten die ik me kan wensen. Dan hebben we nog vele epische en glorieuze colleges voor de boeg waarin ik de grote eer heb samen met deze studenten alle hoeken van het juridische spectrum te onderzoeken en becommentariëren. En daar willen we allemaal zoveel mogelijk aan snuffelen, toch?
Oh ja, het antwoord op de vraag ‘wat doet u hier!?’ is vrij eenvoudig eigenlijk: ik ben hier om het mooiste vak van de wereld uit te oefenen en wat ik tot de dood ons scheidt zal blijven doen, omdat ik in iedere vezel die ik heb mezelf docent voel en daar enorm trots op ben. Dit is mijn uitspraak, en hier zult u het mee moeten doen.