Het is weer bijna zover: een nieuwe ronde tentamens staat weer voor de deur. Een gezellige periode waarin studenten zich afsluiten van hun sociale leven en als een soort maniakale zombie hun SOG-gedrag van de afgelopen tijd enkele dagen voor het tentamen proberen te compenseren met slapeloze nachten vol studieplezier, fastfood, cafeïne en seksuele geheelonthouding.
Voor docenten is dit de tijd om met een rode pen het tentamenvel te kastijden en zodoende eindelijk in een rode waas allerhande opgekropte gevoelens de vrije loop te laten. Een uiterst reinigend ritueel wat voor beide kanten enorm louterend kan werken dus.
Wat veel mensen alleen niet zien, is de uiterst ingewikkelde traditie om deze tentaminering heen: de emailterreur-cyclus. Na jaren ervaring ben ik zo vrij geweest een emailcyclus vast te leggen die een kat-en-muis spel behelst tussen student en docent om het tentamen heen, waarbij op slinkse wijze gepoogd wordt het natuurlijke beoordelingsproces te ondermijnen. Al met al vindt deze emailterreur-cyclus ongeveer viermaal per jaar plaats: een mooie traditie, die veel sociale en professionele vaardigheden aanspreekt. Weer een reden te meer om de adviezen van allerhande hippe onderwijsvernieuwers in de prullenbak te gooien, en tentamens fier in ons onderwijs te houden.
De eerste collegedag van het semester: de snuffelmail
Strekking van de mail: ‘Meneer, wat moet ik precies studeren voor uw vak om het tot een succesvol einde te kunnen brengen’?
Daadwerkelijke boodschap: ‘Moet ik dat dikke boek echt aanschaffen of staat het voor de sier op de boekenlijst?’
Een week voor het tentamen: de strategische vraag
Strekking van de mail: ‘Het is me niet helemaal duidelijk waar die uitspraak over dat mierzoete likeurtje over gaat en waar ik het moet toepassen. Kunt u me verder helpen?’
Daadwerkelijke boodschap: ‘Gaat hij nu wel of geen vraag stellen over Cassis de Dijon?’
De dag van het tentamen: indekken
Strekking van de mail: ‘Meneer, ik ben niet helemaal fit vandaag, maar ik ga toch proberen het tentamen te maken. Ik vond het wel zo netjes u even op de hoogte stellen.’
Daadwerkelijke boodschap: ‘Onthoud mijn naam en geef een hoog punt, want ik ben zielig.’
Vijf minuten na het tentamen: afreageren
Strekking van de mail: ‘Meneer, ik heb zojuist uw tentamen gemaakt en vroeg me af of het wel klopt dat in vraag vijf verwezen werd naar de Rome I verordening.’
Daadwerkelijke boodschap: ‘Jezus, wat een kutvraag.’
Een dag na het tentamen: in blijde verwachting
Strekking van de mail: ‘Meneer, weet u heel toevallig wanneer de cijfers bekend zijn?’
Daadwerkelijke boodschap: ‘Je hebt nu al vier uur kunnen nakijken, schiet dus in vredesnaam op, luie semi-ambtenaar.’
Vijf minuten na het publiceren van de punten: de schok
Strekking van de mail: ‘Meneer, helaas zie ik dat ik een schrikbarend laag cijfer heb voor mijn toets, terwijl ik alles heb gelezen wat u aanbevolen heeft. Weet u zeker dat het punt klopt?’
Daadwerkelijke boodschap: ‘Ik heb dat achterlijk dikke boek zeker een keer aangeraakt, dus beter geef je me studiepunten.’
Een week na het publiceren van de punten: de berusting
Strekking van de mail: ‘Meneer, wanneer mag ik mijn beoordeling inzien om zodoende te leren wat ik de volgende keer anders kan doen?’
Daadwerkelijke boodschap: ‘Ik ga iedere vraag uitpluizen om te kijken of ik u niet kan betrappen op een nakijkfout, dus wees voorbereid!’