Maandag was het dan zover: de dag waarvan je wist dat hij zou komen. Dat moment dat je in theorie in je zwembroek en foute Happy-Socks college had kunnen geven. Stond ik vorige week nog voor een volle collegezaal te stuiteren, zit ik nu in mijn ‘mancave’ (walk-in-bibliotheek) een verhaal te vertellen voor een paar zwijgende beeldschermen. Alles werkte, tot verbazing van mijzelf (en mijn studenten misschien ook wel). So far so good dus: laat maar komen, die ‘onderwijs lock-down’.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik al vrij veel digitaal deed: theoretische verhandelingen heb ik netjes opgenomen en staan op mijn YouTube kanaal, dus voor mij was de omschakeling van offline naar online onderwijs niet een enorme stap. Maar misschien vormt dit ook tegelijkertijd wel het grootste struikelblok. Wanneer je elementen van digitalisering al aardig in je onderwijsaanbod hebt geïntegreerd, heb je die offline colleges ook een nadrukkelijke functie gegeven waarbij pure kennisoverdracht niet het hoofddoel is. Wanneer je theorie online uitlegt, is er offline minder behoefte aan een herhaling daarvan, en kun je juist veel meer in debat treden met studenten: ze uit de tent lokken en samen alle hoeken van de redeneerkamer ontdekken. En laat dat nu net wat minder mogelijk zijn met digitale oplossingen voor online college geven.
Ik maakte gebruik van de Microsoft Teams app, en tegelijkertijd streamde ik het college via mijn Instagram account om ervoor te zorgen zoveel mogelijk studenten op een zo laagdrempelig mogelijke manier onderdeel te laten uitmaken van het college. Nu zijn er wel interactiemogelijkheden met deze toepassingen: studenten kunnen een bericht sturen via een chat die hoort bij de Microsoft App, of een comment plaatsen tijdens de live-sessie via Instagram. Voor mij wel even een uitdaging om beide kanalen tegelijk in de gaten te houden terwijl ik ook probeer wat zinnigs te zeggen, maar niet onmogelijk. Strikt genomen kunnen studenten trouwens bij de Microsoft Teams app terugpraten, maar wanneer er – pak ‘m beet – veertig studenten ingebeld hebben, is dat niet heel praktisch. Kortom: enige interactie is mogelijk, maar het blijft vrij beperkt.
Eenzaam
Het goede nieuws: die offline colleges/werksessies gaan we nooit helemaal digitaal vervangen. Ik mis nu al de rumoerigheid van een collegezaal, de verschillende gezichtsuitdrukkingen van studenten – die om wat voor reden dan ook boekdelen spreken – en de snelle en spontane interactie, soms recht uit het hart. Dat kunnen we tijdelijk best even in de koelkast zetten ten behoeve van de volksgezondheid, maar ik besef me maar eens te meer dat doceren nooit helemaal van een afstand kan, wil je het echt goed doen, en met volle overtuiging: gepassioneerd lesgeven voor een paar nietszeggende schermen waarbij je geen student kunt zien, is niet eenvoudig. En heel eerlijk: toen ik het college afsloot en de laptop dichtklapte, voelde ik me eigenlijk best een beetje alleen, daar in die mancave.
Gelukkig kon ik meteen naar beneden lopen om mijn gezin een hele dikke knuffel te geven. Dat is dan wel weer een hele mooie bijkomstigheid.