Topcrimineel

Wat ik altijd wel een leuke vraag vind om aan anderen te stellen, is of ze wel eens iets strafbaars hebben gedaan. Iets wat op dat moment strafbaar was, maar later niet meer, of iets wat destijds nog niet strafbaar was, maar later wel werd, telt ook. En het maakt ook niet uit of je op het moment zelf het bestaan van de strafbaarheid kende.

Het grappige is dat vrijwel iedereen direct aan misdrijven denkt en geschokt reageert: “Natuurlijk niet!” Ik zal niet ontkennen dat ik direct cola en popcorn zal grijpen als ze spontaan een moord opbiechten, maar dat is helaas nog niet voorgekomen. Nee, ik lijk deze vraag alleen te stellen aan heilige boontjes. Met een klein beetje doorvragen, blijkt iemand dan heus wel een keer een rood stoplicht genegeerd te hebben of na het afwegen van de groenten in de supermarkt een klein handje sperziebonen te hebben toegevoegd aan de zojuist afgewogen zak. Mijn “Aaaah, zie je wel, jij keiharde crimineel!” is over het algemeen het teken voor mijn gesprekspartner om de vraag aan mij te stellen. Goh, onverwacht.

Ja, ik heb een keer iets gestolen uit een winkel. Het was 1988 – voor mij gevoelsmatig hooguit twintig jaar geleden, voor de huidige eerstejaars rechten ongetwijfeld de prehistorie – en ik (achtjarig meisje met een passie voor pennen en papier) zag een puntenslijper in de vorm van een zeehond. Té leuk!! Maar ik had geen portemonnee bij me en mijn jaszakken waren ruim. Ik heb die puntenslijper nog lang gehad, om me eraan te herinneren dat ik die nacht de meest vreselijke nachtmerries had, waarin de politie me uit m’n bed kwam sleuren, me urenlang ondervraagde met zo’n felle lamp recht in m’n gezicht om me vervolgens in een ijskoude cel te smijten – tralies en alles – en ik de rest van m’n leven daar zat en alleen droog brood en water kreeg. Het was zo’n rotnacht dat ik de volgende dag ben teruggegaan naar de winkel en in het bakje waar ik de puntenslijper uit had gehaald de koopprijs legde. Een kwartje. Zo’n elf eurocent, voor wie niet scherp heeft dat we in de prehistorie nog geen euro’s hadden. Was dit gevolg de misdaad waard? Hell no!

Kun je je de schok voorstellen toen ik vorige week ontdekte dat ik in 1995 blijkbaar wéér een strafbaar feit pleegde?! Ik had op het moment zelf geen flauw idee dat wat ik deed strafbaar was en ik durf te wedden dat mijn moeder nu ze dit leest ook van schrik van de bank valt. Zij deed het namelijk ook. En haar moeder, die er ook bij was, was ook zo schuldig als maar zijn kan.

We waren dat jaar in de meivakantie namelijk in Parijs en omdat “vakantie” synoniem bleek te zijn voor “in sneltreinvaart langs alle toeristische bezienswaardigheden gejaagd worden” hadden we – heel praktisch – lange broeken aan. En dat mocht toen dus helemaal niet! Ja, tenzij je toestemming had van het stadsbestuur, maar die hadden we natuurlijk niet. En we zaten ook al niet op een paard of een fiets, dus we hadden serieus gevangenisstraf als souveniertje aan deze vakantie kunnen overhouden. Pas in 2013 werd het decreet uit 1799 (waarin het verbod op lange broeken voor vrouwen was vastgelegd) geschrapt.

Godzijdank stamt deze strafbare gedraging uit de vorige eeuw en is het inmiddels verjaard. Ik kan me dus weer met goed fatsoen vertonen in Parijs. In een lange broek.