Passend onderwijs

“Je moet wel echt HBO gaan doen hoor, op het MBO zitten alleen maar mongolen.” Het was in één klap duidelijk hoe deze vriendin over MBO-leerlingen dacht en omdat ik het toen ook al best leuk vond om af en toe advocaat van de duivel te spelen, vertelde ik haar met een grote grijns dat ik een MBO-opleiding ging doen. De afschuw op haar gezicht was het waard.

“Dus ik ben een mongool?”, vroeg ik nog even voor de zekerheid. Ze wist niet waar ze moest kijken. “Ja, nee, nou, jij natuurlijk niet… Nee! Want jij kúnt beter! Jij kúnt naar het HBO, en die anderen kunnen dat niet.” Zichtbaar opgelucht keek ze snel op haar horloge en zei dat ze moest gaan. Toen de deur achter haar was dichtgevallen, heb ik letterlijk gehuild van het lachen. Waarop zij haar stelling baseerde, heb ik nooit ontdekt. Het enige verschil dat ik in de drie jaar dat de opleiding duurde kon ontdekken, was dat mijn klasgenoten anders naar de (stof van de theorie)vakken keken dan ik.

Voor de allereerste lesdag van de opleiding, stond het vak ‘tandheelkundige theorie’ op het programma. Ik had geen idee wat ik ervan moest verwachten, maar wilde ook niet helemaal blanco die les inlopen. Na hoofdstuk 1 had ik een paar vragen opgeschreven en besloot het daarbij te laten. Veel verder zouden we in de eerste les vast niet gaan.

Ik was de enige die het eerste hoofdstuk al had doorgenomen en aan het eind van de les waren we niet veel verder gekomen dan een kwart van dat hoofdstuk. Ik was verbaasd dat er zo weinig behandeld was, mijn klasgenoten vonden dat ze behoorlijk wat informatie te verwerken hadden gekregen. Niet lang daarna ontdekte ik dat de theorie in dat boek niet alleen voor het eerste jaar, maar voor de volledige opleiding was.

In het gebouw waar de opleiding gehuisvest was, waren ook de opleidingen voor dokters- en apothekersassistente te vinden. De drie opleidingen voor ‘assisteren in de gezondheidszorg’ hadden één vak dat voor alledrie gelijk was: Gezondheid, ziekte en preventie. Algemene basiskennis over je lijf, zeg maar. Spijsverteringsstelsel, zenuwstelsel, bloedsomloop, the works. Er was ook een hoofdstuk gewijd aan het gebit, waarin het mij opviel dat de informatie die daarin werd gegeven op zich best wel klopte, maar dat sommige van die stellingen toch best te weerleggen waren. Ik zei dat tegen de docent, die antwoordde: “Ja, dat is wel zo, maar zo ver hoef je niet te gaan. Dat hoef je voor dit vak niet te weten.” De grootste les die ik tijdens ‘GZP’ leerde, was dat als iets in een studieboek staat, dat niet per se wáár hoeft te zijn. Datzelfde was ook wel een beetje van toepassing op docenten.

Waar mijn klasgenoten alles wat de docenten vertelden voor waar aannamen en nergens vragen bij stelden, had ik er niet zo’n probleem mee om docenten tegen te spreken. De docent maatschappijleer schrijft ‘casette’ op het bord, ik zeg dat het met dubbel t en dubbel s is, zij vindt dat duidelijk niet leuk en blijft bij hoog en bij laag volhouden dat het met één s is, ik ga naar de bieb om een woordenboek te halen. Dat idee.

Na het MBO ging ik naar het HBO. De lerarenopleiding Nederlands, waar ik in het eerste jaar in plaats van een stage een baan kreeg aangeboden, na een half jaar voor de klas dacht: Oh HELL no! en met mijn propedeuse vertrok naar de universiteit. Een goede stap volgens mijn toenmalige huisgenoot, want “HBO, dat is natuurlijk geen ‘studeren’. Dat is ‘een oplei-dingetje doen’.” Juist. Na een paar maanden uni kreeg mijn hele jaar een standje omdat we zomaar alles geloofden wat docenten zeiden. We moesten ze tegenspreken! Andere meningen opzoeken! Eigen meningen vormen!

Ik heb MBO, HBO en WO uitvoerig getest en kan met zekerheid zeggen dat WO het best bij me past. En dat is direct het belangrijkste wat onderwijs betreft denk ik: de vorm, het niveau, de school, de opleiding, de studie… Het moet bij je pássen. Pas dan kun je uit jezelf halen wat er in zit. Iedereen heeft zijn eigen kwaliteiten. Dat hele neerkijken van HBO op MBO en van WO op HBO en MBO is zo’n onzin.

Ja, ik fietste makkelijk door dat MBO heen, maar dat gold met name voor de theorievakken. De praktijkvakken vond ik een stuk minder leuk en vooral tandtechniek spande de kroon. Dat vak heb ik destijds ook echt alleen maar gehaald omdat dat voor iedereen veiliger was. Ik omringd door wetboeken, vakliteratuur en jurisprudentie om een medische behandelovereenkomst te beoordelen? Top! Ik gipsmodellen van gebitten afwerken met een slijptol? Levensgevaarlijk!