Omdat Brunner het zegt

Wie aan de rechtenstudie begint, moet weten binnen welk raamwerk het recht zich afspeelt. In dat kader wordt er vaak een inleidend vak gegeven. Een vraag die daarbij ook altijd langskomt is die naar de bronnen van het recht. In Tilburg krijgt de student dan het volgende rijtje voorgeschoteld: wet, verdrag, gewoonte, jurisprudentie. Rechtsbeginselen en rechtswetenschap worden ook genoemd, maar zijn geen bronnen. De rest van de studie laat echter zien dat die stelling onjuist is.

Door Michiel Hennevelt

Tenminste, die stelling is in ieder geval voor de helft onjuist. Dat is erg, want daarmee wordt de beginnende student vanaf dag één op het verkeerde been gezet. De minder briljante studenten, waaronder ikzelf, zullen lang op dit verkeerde been blijven staan, namelijk tot ze in de praktijk terecht komen en de waarheid leren kennen. Rechtswetenschap, de databanken en boeken met tienduizenden pagina’s literatuur zijn namelijk wel degelijk een bron van recht! Laat me het uitleggen.

Ik kan nog steeds alleen over Tilburg praten, aangezien ik de andere universiteiten niet ken, maar het gaat fout bij de definitie die door de docent aan ‘bron van recht’ wordt gegeven. Die definitie wordt impliciet gegeven, namelijk door slechts wet, verdrag, gewoonte en jurisprudentie als bronnen van recht aan te merken. De gemene deler van deze vier bronnen is immers duidelijk: je kan er argumenten aan ontlenen om je rechten voor een rechter af te dwingen van de tegenpartij. In een hele strikte visie op het recht is dit misschien juist: je hebt geen rechten, tenzij je die hebt afgedwongen met behulp van een rechter.

Die visie ontkent echter wat er in de praktijk gebeurt. Hoewel de rechtenstudie nog wel eens die indruk wil wekken, komen de meeste zaken helemaal niet voor een rechter. In mijn eigen gebied, het belastingrecht, geldt dit des te meer. Dan moet het begrip ‘bron van recht’, om bruikbaar te zijn, dus anders gedefinieerd worden. Wat gebruiken juristen en andere betrokkenen bij het recht om tot aanvaardbare oplossingen te komen? Onder deze definitie wordt het meteen duidelijk dat de wetenschappelijke publicaties en handboeken wel degelijk bron van recht zijn. Zelfs als deze bronnen grotendeels slechts weergeven wat in wet en jurisprudentie bepaald is, zitten er altijd persoonlijke stellingnames van de auteurs in.

Als voorbeeld kunnen de uit het aansprakelijkheidsrecht bekende deelregels van Brunner genomen worden. Hoewel gebaseerd op rechterlijke beslissingen, bestaat over de geldigheid van deze regels genoeg discussie in de literatuur. Toch kom je ze in elk handboek tegen, en kunnen ze impliciet of expliciet ook bij buitengerechtelijke afdoening van schade een rol spelen. Ze behoren tot het instrumentarium van de jurist.

De rechtenstudent moet zich hier bewust van zijn, zodat hij alert kan zijn op de rechtswetenschap als bron van recht. Wanneer is er sprake van een uitleg van het recht en wanneer geeft de auteur eigen invulling? En op basis waarvan moet belang worden gehecht aan de eigen invulling van die auteur? Vanwege zijn goede naam binnen het vakgebied? Je ontkomt niet aan de wetenschappelijke literatuur, maar blijf kritisch!