Methusalem

Er zijn zo van die momenten waarop je je plotseling Heel Erg Oud voelt. Als je oudste kind naar de brugklas gaat bijvoorbeeld, terwijl je voor je gevoel zelf pas tien jaar geleden naar de brugklas ging. Is dat een op zichzelf staande gebeurtenis, dan is de schade nog wel te overzien. Dan slik je even een keer of twee, drie, veertig, zucht even diep en je gaat verder met de orde van de dag. Maar als zo’n gebeurtenis samenvalt met wat andere “Kanonnen, wat ben ik OUD!-momenten”, dan wordt het lastiger om er overheen te stappen.

Op het moment dat mijn oudste zijn eerste brugklasdag heeft, heeft mijn jongste zijn eerste dag in groep 6 achter de rug. Hij heeft een ontzettend lieve juf dit jaar, dat weet ik uit ervaring. Ik had haar namelijk zelf ook in groep 6. En dat is allemaal grappig, lachen, haha, jeetje wat toevallig, totdat je je realiseert dat dat dus dertig jaar geleden is. DERTIG! De juf en ik keken elkaar in shock aan, wilden iets zeggen, maar de woorden kwamen niet, en we besloten stilzwijgend dit niet meer te benoemen. Maar ik weet nu al dat de oudergesprekken komend schooljaar heel vreemd gaan zijn.

Tegelijkertijd las ik een vraag in een Facebookgroep voor boekenwurmen: of alle medeboekenwurmen soms ook wel eens héél oude boeken lezen. Je weet wel, van vóór het jaar 2000. Ik verslikte me in mijn koffie en rolde van schrik van de bank af. Ok, 2000 ís langer geleden dan me lief is. Veel langer geleden dan ik wil weten. Maar zó ver terug is dat toch nog niet?
In paniek scande ik de boeken in mijn woonkamer. Meer dan 98% is van vóór 2000. Om deze shock te verwerken, zette ik de radio aan. Het was tijd voor een klassieker. “Oh, fijn,” dacht ik, “Elvis, The Beatles, wat gaan ze draaien?” What is love, Haddaway. Maar goed, dat maakte dan op zich de cirkel wel weer rond, want dat nummer kwam uit toen ik in de brugklas zat.

Gelukkig kunnen wij oudjes lekker relativeren. Want toen ik alle schokken rustig verwerkt had en er even rustig over nadacht, realiseerde ik me dat dit echt niet de eerste keer was dat ik me oud voelde. Ik voelde me ook oud toen ik als 26-jarige begon aan een rechtenstudie. Als 25-jarige voelde ik me oud toen ik switchte van hoofdvak en eerstejaars taalkunde werd. Twee jaar daarvoor had ik me ook al oud gevoeld, toen ik als 23-jarige voor het eerst de universiteit binnenliep en als 21-jarige was ik op het HBO ook bepaald niet de jongste eerstejaars geweest. Sterker nog, ik heb me geloof ik nog nooit zou oud gevoeld als toen ik als 21-jarige ging werken als docent Nederlands en een van mijn collega’s mij wel heel bekend voorkwam: mijn juf uit groep 3. Zij had mij leren lezen en schrijven. Bi-zar! Nu, een paar jaar *kuch* later, weet ik hoe oud zíj zich op dat moment gevoeld moet hebben.

Kortom, ik vind die Emile Ratelband helemaal zo gek niet. In mijn hoofd ben ik echt veel jonger dan mijn rijbewijs aangeeft namelijk. Dat dat rijbewijs inmiddels ook de twintig gepasseerd is, daar hebben we het dan maar even niet over. Ik ga me maar eens bezig houden met het probleem dat zich over niet al te lange tijd gaat aandienen: lijkknechten die zich verdringen om mijn lijk om m’n kronen en stifttanden te jatten.
Aan de andere kant, Methusalem werd 969. Zó bezien heb ik gelukkig nog wel even te gaan.