Knokkende kleuters

Er zijn zo van die nieuwsberichten die je jaren na verschijnen nog steeds verbazen. Waarbij je blijft uitroepen: “Maar hóe dan?!” Een artikel dat mij altijd bijgebleven is, is het artikel van een jaar of vijf geleden over twee kleuters die in België met elkaar op de vuist gingen.

Of nou, kleuters… Het ging om kindjes van 2,5 en 3 jaar oud. Peuters dus, hooguit. Een van de kindjes werd in zijn hand gebeten door zijn geduchte tegenstander, waarna de ouders van het gebeten kind naar de politie zijn gegaan om aangifte te doen. De politie kon niet anders dan proces-verbaal opmaken. Ik zeg het nog maar eens: twee kindjes van 2,5 en 3 jaar oud.

Tenzij je alle relevante feiten van een zaak kent, is het lastig om een oordeel te hebben, natuurlijk. Maar van wat ik uit het bericht kan opmaken, heeft de school in ieder geval juist gehandeld. Dit is nu eenmaal de manier waarop kinderen van die leeftijd zich gedragen. Ze kunnen nog niet zeggen “Hé, joh! Blijf eens van mijn speelgoed af. Dat is van mij en ik wil niet dat jij daar mee speelt!”
Welnee, ze zien een kindje dat speelgoed afpakt en ze verkopen dat kind een mep. Afblijven! Natuurlijk is bijten, krabben en slaan ongewenst gedrag en de kinderen zijn er dan ook direct op aangesproken. Meer kunnen volwassenen er toch echt niet aan doen.

Behalve natuurlijk het goede voorbeeld geven. En dan juist de volwassenen die bij iedereen bekend zijn. Voorbeeldfunctie, je weet toch. Maar als het er in de Tweede Kamer af en toe al aan toegaat als op een kleuterschool (“Doe toch eens normaal, man!” – “Doe zelf normaal! Sjongejonge!”), waar kun je als kind dan nog terecht voor dat goede voorbeeld?

Op school willen we kinderen graag leren dat je niet zomaar iets moet roepen over dingen waar je de details niet van kent. Eerst de feiten op een rij hebben, dan je mening formuleren, die kunnen onderbouwen en dán kun je wat zeggen. Maar sommige Nederlandse politici roeptoeteren ook maar wat, als ze een bel hebben horen luiden maar geen idee hebben of er überhaupt een klepel bij hoort. Zonder last te hebben van hun gebrek aan juridische kennis doen ze uitspraken over lopende rechtszaken en spreken rustig over een verdachte als ‘de dader’.

Nu vond ik zelf dat hele “Doe normaal”-gedoe nog wel vermakelijk, maar de tranen sprongen in mijn ogen bij het lezen van Kamerstukken II 2012-13 33 402 nr. 6. Daarin komt de volgende passage voor:

De leden van de PVV begrijpen niet sinds wanneer separatisten (hypotheek- of pandhouders) de verhaalsobjecten rechtstreeks, dus zonder beslaglegging, tot kunnen zich nemen. Graag een nader toelichting van de regering en dit meer specifiek in het licht van artikel 3:235 BW.

Is het hele idéé van pand en hypotheek niet het kunnen overgaan tot executie zonder beslaglegging? Mensen!

What’s next? Een clown en een vuurvreter op de eerstvolgende vergadering? Dat zal in ieder geval voldoende afleiding geven voor kleuters die op het punt staan elkaar tot appelmoes te slaan.