Journalistiek en recht: kan het allemaal wat saaier?

Met verbijstering heb ik gekeken naar de nieuwsverslaglegging van de veroordeling van de Amerikaanse turnarts Larry Nassar. Niet alleen social media leek te ontploffen, maar ook de bekendere nieuwssites in Nederland hebben hier ongelofelijk veel aandacht aan besteed. Begrijpelijk, omdat het een misbruikzaak betreft die zijn weerga haast niet kent. Maar de manier waarop vind ik schadelijk voor het rechtssysteem in zowel de VS als in ons eigen land. Een rechtszaak is toch geen smakelijke soapserie die we zo smeuïg mogelijk moeten weergeven? Het lijkt mij vooral een serieuze aangelegenheid waarbij in dit geval de beslissing wordt genomen om iemand voorgoed uit de samenleving te verwijderen.

Ik las en zag vooral getuigenissen waarbij de slachtoffers van Nassar gedetailleerd beschreven hoe hij hen had misbruikt en hoe hun wereld daardoor instortte. Ik zag een rechter die vrij vertaald aangaf: ‘Ik heb je doodvonnis getekend. Het was me een eer en genoegen die uit te spreken.’ En ik zag een vader van drie slachtoffers die probeerde Nassar eigenhandig wat aan te doen in de rechtszaal. Waar ik weinig over las was de juridische motivatie achter de straf, de manier waarop verschillende bewijsstukken zijn gewogen en beoordeeld en de argumenten die uitgewisseld zijn tijdens de zaak. Ik zag vooral schreeuwende koppen met goed bekkende oneliners die ervoor moeten zorgen dat zoveel mogelijk mensen zich laten meesleuren in het verhaal.

Stoelen gooien en kopschoppen

En dit raakt voor mijn gevoel een breder probleem: de journalistieke verslaglegging van het recht dreigt te ontsporen. Door op deze manier serieuze zaken weer te geven krijgt men een verkeerd beeld van het recht en van rechtspraak. Ook in Nederland kunnen we er wat van. Wie herinnert zich nog de vader van een doodgereden kindje die een stoel naar de rechter gooide? Of de kopschoppers van Eindhoven die door diverse media achtervolgd werden. De journalistiek lijkt zich volledig te focussen op de smeuïge details en in te spelen op de onderbuikgevoelens van haar lezers, waarbij goede verslaglegging op de tweede plek lijkt te komen. In beide zojuist genoemde gevallen leidde het tot een publiek debat over de zwaarte van straffen opgelegd door de rechter. In geval van het doodgereden kindje leidde het tot een facebook petitie met als naam ‘Petitie tegen de 120 uur werkstraf Pool’.

Wanneer iedereen gaat meepraten over de strafmaat in een bepaalde zaak krijgen we een soort heksenjacht op bepaalde daders die erg uitgelicht worden in de media, in contrast tot andere daders die minder smeuïg zijn maar wel soortgelijke misdrijven begaan hebben. In geval van de kopschoppers heeft de rechter zelfs lagere straffen opgelegd omdat beelden van het misdrijf ten onrechte waren vrijgegeven en hebben geleid tot een disproportionele inbreuk op de privacy van de daders. Enkele media sites hadden hierin een prominente rol gespeeld.

Nieuws is geen keuze

Dit raakt een nog breder probleem. Een krant of mediasite moet uiteraard financieel rond kunnen komen en heeft dus baat bij een goed lopend stuk. Wanneer de concurrentie groter wordt, zal de journalist dus steeds meer rekening moeten houden met wat zijn lezer graag wil lezen. Tot op zekere hoogte is dat geen probleem, maar men kan doorslaan. Wanneer (juridisch) nieuws een keuze wordt en mensen steeds meer zelf kunnen en gaan bepalen wat ze willen zien en horen, is het lastig om werkelijkheid van gewenste werkelijkheid te onderscheiden of om een realistisch beeld te krijgen van hoe rechtspraak werkt. De alternatieve feiten liggen dan op de loer.

De rechter die het oordeel van Nassar uitsprak is nu niet bepaald een gemiddelde rechter in de V.S. En het is echt niet zo dat wanneer je een kind van twee doodrijdt, samen met haar grootouders, je er altijd met een taakstraf vanaf komt (in hoger beroep werd dit 15 maanden cel).

Ach, geef mij maar die ouderwetse staatstelevisie. Dan weet ik tenminste met welke korrel zout ik het nieuws moet nemen. Het is bovendien ook strontvervelend en saai om steeds maar weer je eigen vooroordelen bevestigd te zien in wat je ziet en hoort.