Wat op 5 augustus jl. een prachtig wielergevecht tussen de twee beste Nederlandse sprinters had moeten worden in de eerste etappe van de Ronde van Polen, liep uit in een catastrofale valpartij met grote gevolgen voor alle betrokkenen, maar vooral voor Fabio Jakobsen.
Door Pim Heiden
Dylan Groenewegen – die op kop reed – week van zijn lijn af en duwde Jakobsen de hekken in, waardoor Jakobsen over de kop sloeg en hard ten val kwam tegen een official. Jakobsen is inmiddels buiten levensgevaar, maar er wordt nog altijd gevreesd dat hij zijn loopbaan als profwielrenner niet kan hervatten. Zijn ploegleider, Patrick Levefre (Deceuninck-Quickstep), kondigde al direct aan dat hij juridische stappen overweegt jegens Dylan Groenewegen. Stel dat het voorval in Nederland had plaatsgevonden of dat Levefre besluit de zaak in Nederland aanhangig te maken, welke weg zou hij het beste kunnen bewandelen en zou dit kans van slagen hebben?
De strafrechtelijke weg
Indien er in Nederland aangifte gedaan zou worden, zou het Openbaar Ministerie (OM) beoordelen of er sprake is van de zogenaamde ‘sport- en spelexceptie’. Dit houdt in dat wederrechtelijkheid (en dus strafbaarheid) ontbreekt indien de gedraging van de verdachte over en weer te verwachten was binnen de context van de sport- en spelsituatie. Dit blijkt onder meer uit het Bouaouzan-arrest uit 2008. Zoals verschillende kenners inmiddels hebben verklaard, was de gedraging waar het hier om gaat – het ‘dichtgooien van de deur’ door Groenewegen – weliswaar ongeoorloofd, maar zeker niet uniek binnen het gewoel dat bij bijna iedere massasprint plaatsvindt. Hoe cru het ook klinkt, Jakobsen had dit gebeuren kunnen verwachten en dus is de sport- en spelexceptie hier van toepassing. Het feit dat Groenewegen de spelregels heeft overtreden, doet hier niet aan af.
De civielrechtelijke weg
Ook binnen het civiele aansprakelijkheidsrecht geldt een uitzondering voor sport- en spelsituaties. Gedragingen die buiten zulke situaties wel tot aansprakelijkheid zouden leiden, leiden binnen sport- en spelsituaties niet noodzakelijkerwijs tot aansprakelijkheid. Hierbij is – net als binnen het strafrecht – van belang of de gedragingen redelijkerwijs over en weer van elkaar te verwachten waren binnen de context van de sport- en spelsituatie. Zoals hiervoor gemeld, was de actie van Dylan Groenewegen te verwachten binnen de sport- en spelsituatie en valt deze dus ook onder de civiele sport- en spelexceptie.
Conclusie
De actie van Dylan Groenewegen was ongeoorloofd en niet in lijn met de spelregels van het wielrennen en dient zodoende bestraft te worden. Deze bestraffing zal echter vermoedelijk niet plaatsvinden binnen het strafrecht, maar binnen het (sport)tuchtrecht. Dat is het gevolg van de sport- en spelexceptie waar dit voorval onder valt. Aangezien deze uitzonderingspositie voor de sport ook binnen het civiele recht geldt, zal Groenewegen waarschijnlijk ook niet via deze weg aansprakelijk gesteld kunnen worden voor de val van Jakobsen en de bijbehorende gevolgen daarvan.
Ook met een gastartikel op Het Rechtenstudentje verschijnen? Kijk dan hier voor meer informatie!