Ik wens u een witte bef, en vreten op aarde

Een juridisch kerstverhaal

Rechter: ‘Waar blijft de advocaat nu toch van de eisende partij!?’

Advocaat verdediging: ‘Ze had er allang moeten zijn! Ze hoeft alleen maar haar Waze-app goed te installeren en de knipperende ster te volgen.’

Rechter: ‘Ze zal wel via het oosten gestuurd worden, dat is vaak een langere route.’

Advocaat verdediging: ‘Wat een ezel’.

Advocaat eisende partij: ‘Sorry dat ik zo laat ben. Wat een drama om hier te komen. En ik kon tot overmaat van ramp geen parkeerplek vinden. Kreeg ik ook nog eens een boete! Ik had hem precies op het kruisje geparkeerd, bleek er ‘INRIT’ boven te staan.

Rechter: ‘Laten we beginnen’

Advocaat eisende partij: ‘Wat een os ben ik toch ook! Giet ik verdorie koffie over mijn nieuwe bef. Ik had hem deze ochtend nog onbevlekt ontvangen… wat een dag!’

Advocaat verdediging: ‘Als u het niet erg vindt, ik zou graag voor de lunch klaar zijn. De kantine serveert erg lekkere broodjes vandaag…’

Advocaat eisende partij: ‘Dat u dit durft te zeggen, gezien het onderwerp van onderhavige zaak!’

Rechter: ‘Rustig, rustig en doe niet zo kribbig naar elkaar.’

Advocaat verdediging: ‘Het is wel goed, edelachtbare. Ik heb hemel en aarde bewogen om hier op tijd te komen. Ik ben heden ochtend zelfs nog voor het zingen de kerk uitgegaan om mijn cliënt bij te staan! Wanneer we in dit tempo doorgaan zitten we hier nog met drie koningen!’

Advocaat eisende partij: ‘Ok, ok, ik zal de eis even voorlezen: ma Ria eist een goed gevulde kalkoen die op tijd gaar is tijdens het kerstdiner met een kist wijn, en niet zoals vorig jaar een Quinoa salade met rode bieten en een shake van pastinaak-rabarber. Met kerst heeft ten slotte iedereen recht op adequate voeding, zoals vermeld in artikel 11 van het ICERST-verdrag. Het bij elkaar knallen van hippe plantensoorten slaat als een tang op een drumstel.’

Rechter: ‘Mevrouw Ria, het woord gaat echt via de advocaten, u hoeft uw eis niet nader toe te lichten. Ik geef nu het woord aan de advocaat van je zus.’

Advocaat verdediging: ‘Edelachtbare, dank u! Mijn cliënt bestrijdt deze zienswijze zeer. Ze had vorig jaar al haar creativiteit van stal gehaald om een sterrendiner te serveren. Ze vertikt het echter om een vadsige vormloze vogel in een oven te knallen ter vermaak van haar zus. Ze benadrukt dat ze niet crematorium de warme bakker is, maar een heuse kok. Bovendien zou men een gegeven Quinoa niet in de bek moeten kunnen kijken.

Rechter: ‘Zal ik dan nu maar uitspraak doen?’

Advocaat eisende partij: ‘Graag, aangezien ik me nog moet verschonen voor de lunch door die gewraakte bef.’

Rechter: ‘Ahum, daar gaat íe dan: ik heb na veel wijzen en zessen proberen te raadplegen wat ‘adequate voeding’ betekent, maar kon het niet vinden. Ondanks het feit dat ik een Bijbal in mijn zak heb, zwijgt de wet in alle talen die Babylon rijk is. Ik zet dus een groot kruis door de eis, maar wens wel iedereen vreten op aarde.’

Advocaat verdediging: ’Oh woempie! We hebben gewonnen! Wie de Bijbal kaatst…’

Advocaat eisende partij: ‘Wat een misplaatste vorm van kruisverering na zo’n kruisverhoor.’

Rechter: ‘Ik wens u ondanks alles een witte bef, en een goede reis naar huis.’

Amen.