Het recht om niet te stemmen

Aanstaande woensdag, op 6 april, gaan de stembussen weer open en liggen de rode potloodjes weer klaar. Nederland mag zich dan voor of tegen de associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne uitspreken. Mág, want komen stemmen is hier alweer sinds 1970 een vrijwillige aangelegenheid. Bovendien geeft niet stemmen bij dit referendum een signaal af dat sterker is dan stemonthouding bij andere verkiezingen: de uitslag is ongeldig bij een opkomstpercentage van minder dan 30%.

Door Michiel Hennevelt

Even eerlijk, kan jij als rechtenstudent drie concrete dingen opnoemen die de associatieovereenkomst met Oekraïne regelt? Lukt het om er één te noemen? Waarschijnlijk niet. Dat is geen verwijt, want waarom zou je van elke student, laat staan van elke burger, specifieke kennis verwachten over slechts één van de vele verdragen en overeenkomsten die de EU heeft gesloten? Toch wordt van ons gevraagd om over het associatieverdrag te stemmen. Hierbij een last minute stemwijzer, die voor het grootste deel van de lezers de volgende uitkomst zal hebben: ga niet stemmen.

De eerste vraag die je jezelf moet stellen is simpel: boeit deze overeenkomst mij iets? Gewoonlijk komt er in verkiezingstijd een groot aantal thema’s aan bod, van migratiebeleid tot hypotheekrenteaftrek. Voor iedereen zijn er een paar belangrijke punten uit te pikken en daar stem je op. Dit geldt niet voor het referendum op 6 april: je adviseert voor of tegen een specifieke handeling van de Nederlandse Staat. Elke stem is daarbij een verstoring van het reguliere democratische besluitvormingsproces. Bij gebrek aan interesse in de daadwerkelijk associatieovereenkomst is een dergelijke verstoring een verspilling van tijd en geld.

Mocht je toch een goede reden hebben om je uit te willen spreken over de associatieovereenkomst, dan moet je jezelf ten tweede afvragen of je genoeg over het akkoord weet. Problematisch is hierbij dat Geenpeil, de initiatiefnemers van het referendum, bijna geen vager en ingewikkelder onderwerp hadden kunnen kiezen. Voor veel burgers zal het onderwerp dan ook te moeilijk zijn. Niet omdat ze niet intelligent zijn, maar omdat het over hele specifieke dingen gaat waar je veel achtergrondkennis voor nodig hebt. Het zou dan ook beter zijn om burgers zich uit te laten spreken over fundamentele zaken en op die manier een richting te geven aan de politiek. Dat is ook feitelijk wat Geenpeil wil, en op een oneigenlijke wijze met een referendum over dit verdrag probeert te behalen: minder Europa, red de democratie.

Het verdrag gaat echter niet over zulke fundamentele kwesties, maar nog steeds over de associatieovereenkomst. Tenzij je je daar echt in verdiept, is het opnieuw niet te rechtvaardigen dat je het normale democratische proces verstoort met een stem, of die nou voor of tegen is.

Stemmen over verdragen blijft in eerste instantie het werk van democratisch gekozen parlementariërs. Denk dus twee keer na voordat je überhaupt naar de stembus gaat. Het onbenut laten van je stemrecht is nu, anders dan bij andere verkiezingen, een duidelijke boodschap: geen interesse, te moeilijk, te ver van mijn bed.