Ha fijn, een psychopaat

Zou jij een psychopaat herkennen als je ‘m op straat tegenkomt? Best kans van niet, want in het lijstje met beroepsgroepen waarin relatief veel psychopaten voorkomen, staan redelijk alledaagse beroepen die uit te oefenen zijn door mensen die zonder bebloed mes tussen hun tanden rondlopen. “Seriemoordenaar” staat er in ieder geval niet tussen.

De beroepsgroep die hoog scoort, is de advocatuur. Op nummer 2 (op 1 staat de CEO), jawel, het is me wat. Volgens Van Dale is een psychopaat een “abnormale persoonlijkheid met criminele aanleg”. Nu weet ik toevallig heel zeker van mezelf dat ik die criminele aanleg niet heb, want de enige keer dat ik heb geprobeerd iets te stelen uit een winkel is faliekant mislukt. Ik was 8, heb er de hele nacht van wakker gelegen en ben de volgende dag naar de winkel teruggegaan om de puntenslijper van een kwartje alsnog te betalen. Over de “abnormale persoonlijkheid” valt te discussiëren.

Natuurlijk doet zo’n korte omschrijving de daadwerkelijke aandoening te kort. Psychopaten neigen bijvoorbeeld naar beroepen waarin ze macht hebben en die felle besluitvorming eisen. En psychopaten doen het ook goed in dat soort beroepen; objectieve, klinische beslissingen maken, los van gevoel en emotie.

Ja, kijk, en daar ga ik me dus wel een beetje zorgen maken. Want toen ik dat las, moest ik direct terugdenken aan het moment dat ik bij mezelf een knop omzette als het om juridische zaken gaat. Dat moment kwam op het moment dat ik voor het eerst het Taxibus-arrest las. Tijdens de strafrechtvakken had ik al de meest gruwelijke handelingen in arresten zitten lezen alsof het niets was. Emotieloos bijna, ik keek naar de feiten, de bewijsvoering, de argumenten, maar de zaken an sich deden me niets. Ik was dan ook oprecht verbaasd toen het meest schokkende arrest niet uit het strafrecht bleek te komen, maar uit het aansprakelijkheidsrecht. Ik was er dus totaal niet op voorbereid en heb tijdens het lezen van het Taxibus-arrest wel twintig keer moeten slikken – ik had zelf kinderen in de leeftijd van het aangereden meisje en kon de emoties van haar moeder bijna vóelen.

Bijna, want vlak na het lezen lukte het me om er bij stil te staan dat het níet om mijn kinderen ging, dat ik níet de moeder was waar het om ging, dat deze zaak níets met mij te maken had. Dat moet het moment geweest zijn waarop de knop omging, want de tweede keer dat ik het arrest las, deed het me heel veel minder. Sinds die knop omging, vind ik zaken voor de betrokkenen over het algemeen “klote”, “lullig”, “shit zeg, het zal je gebeuren”, waardoor sommige mensen me tijdens de Amsterdamse zedenzaak compleet geschokt konden aankijken (“Lullig voor de betrokken?! LULLIG?!” Eh, ja) en me vervolgens koud, kil en emotieloos noemden. Basically een psychopaat dus, alhoewel ze dat woord dan weer niet in de mond namen.

Goed, ok, ik ben (nog) geen advocaat, maar ik ambieer dat beroep wél. En op de checklist met eigenschappen van “de psychopaat” (meedogenloosheid, charme, concentratie, focus, mentale hardheid, onbevreesdheid, verminderde empathie, en geen spijtgevoelens) staan er toch ook wel een aantal die ik in mezelf herken, dus een beetje zorgen maak ik me inmiddels wel. Aan de andere kant, is het feit dat ik me daar zorgen om maak niet een klein beetje een contra-indicatie voor het zijn van psychopaat?

Hoe het ook zij: op nummer 10 in die lijst met beroepsgroepen staat de politicus. Ik wíst wel dat Mark R. en ik een goed setje zouden vormen. Twee psychopaten bij elkaar, wat kan er nou helemaal misgaan?