Griepgrappen

Soms lijkt het alsof er elk moment van het jaar een epidemie gaande is in de krochten van de collegezaal. Bij kleine hoorcolleges of werkgroepen valt de schade nog wel te overzien – daar wordt het geluidsvolume nog enigszins ingedamd door het beperkte aantal studenten dat potentieel slachtoffer zou kunnen worden van een dergelijke golf aan kuchjes en loopneuzen. Daarentegen zijn galmende hoesten en neusophalen als het ware een audiologisch onderdeel van het meubilair van de grote collegezalen, bij verplichte vakken of de populairste keuzevakken.

Door Eva te Dorsthorst

Het fenomeen begint al vroeg in het jaar; tijdens de introductiecolleges die gedurende of vlak na de introductieweken plaatsvinden. Het introkuchje treedt al na enkele dagen in, maar houdt vaak hardnekkig lang aan. In ieder geval lang genoeg voor de mentor of nieuwe rechtenstudent in kwestie om zich soepel aan te sluiten bij de tweede golf, ook wel bekend als het fenomeen der ‘oh ja hè het heerst weer’-griepjes. Ergens in oktober en november begint men massaal met het meenemen van zakdoekjes naar het college en moeten docenten regelmatig hun relaas staken in verband met een heftige hoestbui, om daar dan weer een quasi-komische opmerking over te maken, die ieder academisch jaar één á twee keer van zolder gehaald wordt. De oplettende recidivist of anderszins reeds gewaarschuwde student valt in zulke gevallen te herkennen aan een diepe zucht of uitzonderlijk teleurgestelde blik.

Vlak voor de tentamens rond de feestdagen vindt de laatste golf plaats van het kalenderjaar. Door een combinatie van factoren zit menig student bij de repetitiecolleges weer met de volledige griep-proof uitrusting in de collegezaal. Oorzaken liggen vermoedelijk bij het gevoel van stress, gebrek aan fatsoenlijke nachtrust en een voedingspatroon dat vermoedelijk iets minder gezond is dan de student gewoon is buiten de tentamenperiodes om.

Bij terugkeer van kerstvakanties, wintersport of studiereizen heeft menig medestudent weer een kuchje te pakken, waardoor de eerste colleges van het nieuwe kalenderjaar direct weer voorzien zijn van achtergrondgeluid. Hierna volgt snel een vergelijkbare situatie naar aanleiding van de voorjaarsvakantie (meestal te wijten aan een post-carnaval verkoudheid, althans, voor zover de student in kwestie beneden de rivieren studeert of daar vandaan komt).

Als voorlaatste golf treedt de toekomstig jurist in die toch te vroeg de zomer in zijn of haar bol had gehaald. Diens hoogmoed neemt verschillende vormen aan – na uitgaan zonder jas naar huis lopen, of al in een korte broek op de fiets naar de faculteit, de directe aanleiding maakt verder niet uit. De consequentie is immers gelijk – het gebruikelijke gesnuffel in de collegebankjes. Ten slotte vindt de laatste tentamenperiode van het academisch jaar plaats, die zich parallel ontwikkelt aan diens tegenhanger rondt de jaarwisseling. Van de laatste griepgolf kan de student zich gedurende de hele zomerperiode herstellen, zou men denken. Of dit zo is, kan echter niet worden vastgesteld, aangezien de consequenties van de introductieperiode nog vóór het eerste college weer onverstoord in werking treden. Net op tijd voor de overlevering der traditionele griep-grappen.