Gluren bij de buren

Er zijn zo van die mensen die het niet al te nauw nemen met hun privacy. “Ik heb niets te verbergen!” roepen ze bijvoorbeeld. Ik snap dat nooit zo goed. Everybody has got something to hide except for me and my monkey, zoals Lennon en McCartney ooit zeiden. En ik denk dat dat volkomen waar is. Iedereen heeft iets te verbergen, al zouden ze het zelf niet als verbergen omschrijven. Laat ik het anders zeggen, iedereen heeft wel iets waarvan hij het niet prettig zou vinden als anderen dat zouden weten.

Iets over anderen te weten komen, kan op verschillende manieren. Iemand kan het je vertellen, je kunt het vragen, of je kunt gluren, bespioneren, observeren. Nu vind ik het onderscheid daartussen ook nog wel een dingetje; waar ligt bijvoorbeeld de grens tussen bespioneren en observeren? Als ik kijk naar wat mensen in hun eigen huis doen, dan zou dat op eerste gevoel bespioneren zijn. Maar als ik zie wat ze doen, terwijl ik in mijn eigen huis zit en uit het raam kijk?

Mijn werkplek thuis is bij het raam. Als ik achter mijn computer zit en opkijk, dan kijk ik naar buiten. Ik woon hier pas drie maanden, dus tot voor kort zag ik vooral heel veel volle bomen. En eerlijk is eerlijk, als ik daar zat, staarde ik voornamelijk naar mijn scherm.
De afgelopen twee weken ben ik echter bezig met een fulltime training, vanuit huis, vanachter mijn computer. Daar zit ik dus al twee weken van 9 tot half 6 en zoals dat gaat met trainingen waarbij je voornamelijk moet luisteren, je gaat rondkijken. De volle bomen die ik eerst zag, die zijn inmiddels lang zo vol niet meer. Nu heb ik eigenlijk vrij uitzicht op de flat tegenover de mijne en zonder opzet mijnerzijds ben ik de afgelopen weken flink wat van ze te weten gekomen.

Zo zijn er de buren op de hoek, die het op dinsdag- en donderdagochtend wel héél gezellig hadden samen. Met de gordijnen open, ik gok dat ze ze onbespied waanden, namen ze de hele Kama Sutra door. Het ging er wild aan toe, bilafdrukken op het raam en alles, en ik moet toegeven dat ze leniger bleken te zijn dan ik op het eerste gezicht had bedacht.

De iets te dikke buurman daarnaast doet verwoede pogingen wat overgewicht kwijt te raken. Ik zag hem – compleet met zweetband om het hoofd – voor zijn tv de vreemdste capriolen uithalen, terwijl zijn lichtblauwe t-shirt steeds donkerder kleurde.

De puberbuurjongen die daar weer onder woont, heeft ambities als drugsdealer. Hij haalde in ieder geval gevaarlijke toeren uit om een met wiet gevulde tas onder de regenpijp vandaan te halen. Hij test alles natuurlijk zelf uit; zijn blik werd met het uur lodderiger en uiteindelijk keek hij een zelfhulpfilmpje op internet: masturberen voor dummies.

De wilde buurvrouw had plotseling weer een wilde middag, met niet-de-buurman. Ik verslikte me toen ik zag dat er beneden in de woonkamer twee kinderen met poppen aan het spelen waren.

Ik heb me de afgelopen weken een aantal keer afgevraagd of ze wisten dat ik ze zag. Hebben ze mij dan niet zien zitten, achter m’n computer? Of vinden ze het wel prima dat iedereen het ziet? Hebben ze inderdaad niets te verbergen?

Maar dan kom je wel bij de volgende vraag: ik weet dit nu allemaal. Maar wílde ik dat wel?!