Nederlandse politici worden vaak beschuldigd van het bedrijven van ‘fact free politics’. Hierbij doen feiten en cijfers er niet toe en is vooral de geloofwaardigheid van de spreker zelf van belang. Populisme, dus vertellen wat mensen graag horen, zou het winnen van het rationele geluid dat gebaseerd is op keiharde data. Rechtenstudenten weten als geen ander hoe belangrijk de feiten zijn, maar ook hoe verdomd lastig het soms kan zijn om die feiten überhaupt te kennen en te waarderen.
Door Michiel Hennevelt
De feiten spelen een bijzondere rol in het juridische debat. Het uitgangspunt is altijd dat slechts de juridische waarheid boven water komt; de waarheid die, gezien het bewijs, het meest waarschijnlijk is. De “echte” waarheid is vaak onmogelijk te kennen. Als de feiten eenmaal “vaststaan”, kunnen zich nog verdere verstoringen voordoen door interpretatie van die feiten. Hoe gaan rechters bijvoorbeeld om met softe wetenschappelijke onderzoeken, zoals bijvoorbeeld economisch of psychologisch onderzoek? Heeft een rechter de vaardigheden en kennis om dergelijke onderzoeken te waarderen op betrouwbaarheid en validiteit?
Idealiter zal de rechter proberen zo dicht mogelijk bij de echte waarheid proberen te komen, maar hierbij is hij in de praktijk sterk afhankelijk van procedurele normen en de rol van de procespartijen. Hoe problematisch ook, de feiten kunnen wel letterlijk van levensbelang zijn, omdat zij bepalen welke regels toegepast worden en hoe die regels ingevuld worden door de rechter. We hebben de bovenstaande gebreken met zijn allen te accepteren: je wordt berecht aan de hand van de juridische waarheid. Een tamelijk grimmige realiteit, maar het werkt redelijk.
En dan de rol van de feiten in het politieke debat, ook die is bijzonder. De politiek zou bij uitstek moeten gaan om principes en standpunten. Maar bij het uitdragen van die standpunten zien politici de feiten als een belangrijk instrument. Is de koopkracht in de armste laag van de samenleving nou meer of minder gestegen dan die in de rijkste laag? Het antwoord op een dergelijke vraag is bepalend voor de standpunten die politici van de SP tot aan de VVD innemen over het economische beleid. Een verstorende factor is daarbij opnieuw het kunnen kennen en kunnen waarderen van die feiten. Daarbij geldt dat, afhankelijk van de politieke kleur, de feiten anders geïnterpreteerd worden. Ook hier gaat het niet om de “echte” waarheid, maar om de politiek gekleurde waarheid.
Zowel in de juridische wereld, als in de politieke wereld blijkt het dus onmogelijk om tot de “echte waarheid” te komen. Hebben we dan ook fact free law? Of is de politiek helemaal niet fact free, maar enkel genoodzaakt tot een (gekleurde) eigen interpretatie van de feiten, net zo goed als de rechter? De gemiddelde burger is meer tevreden met de rechter dan met de politiek. Kan de politiek dan iets van de rechter leren wat betreft het omgaan met feiten? Ik denk het wel. Net als de rechter moet de politiek accepteren dat het kunnen kennen van de “echte” waarheid een utopie is. Wanneer men net als de rechter accepteert dat je alleen maar zo dicht mogelijk bij die waarheid kan komen, kan het op die basis weer zuiver over principes en standpunten gaan. Daarvoor hebben we immers de politiek.