Hoewel ik de lezers van Het Rechtenstudentje niet te vaak lastig probeer te vallen met mijn obsessieve belangstelling voor de fiscaliteit, rechtvaardigt het recente uitlekken van de Panama Papers mijns inziens toch wel weer een column. Het lekken van de legale en illegale belastingconstructies die een Panamees kantoor opzet voor de rijken der aarde krijgt in de media buitengewoon veel aandacht. Belastingen zijn weer boeiend!
Door Michiel Hennevelt
Met de bemoeienis van de mainstream media bij het Panamese schandaal is de nuance in het debat al gauw ver te zoeken. Steevast wordt het op zich juiste onderscheid gemaakt tussen belastingontduiking (illegaal, moest koste wat het kost bestreden worden) en belastingontwijking (legaal, maar niet de bedoeling). Vervolgens worden alle personen die zijn aangetroffen in de Panama Papers weer op één hoop gegooid: illegaal of niet, het zijn allemaal immorele parasieten van de gewone, hardwerkende burgers die wel belasting betalen. Dat belastingontduiking immoreel en slecht is, zal ik niet ontkennen. Ik zal hier maar even door de vingers zien dat de pers wel weer eens de onschuldpresumptie uit het oog verliest. Als het over ontwijking gaat, loopt de media naar mijn mening echter wel duidelijk te hard van stapel.
Om aan te tonen in hoeverre belastingontwijking ethisch of onethisch is, gooi ik zelf tijdelijk de nuance overboord. Mijn stelling: belastingontwijking bestaat niet. Dit blijkt uit de definitie van belastingen, volgens Van Dale: ‘verplichting tot het betalen van een geldelijke bijdrage in de lasten van de overheid’. Hierin valt te lezen dat het betalen van belasting een onvrijwillige betaling inhoudt. Zodra het betalen van geld aan de overheid afhankelijk wordt gemaakt van de vrije wil van de burger is er dus geen sprake meer van belastingen. In de strijd tegen belastingontwijking is dit echter precies wat landen doen, ze vragen aan bedrijven om geen agressieve fiscale structuren op te zetten en zo meer geld aan de staat af te dragen. Er is dus geen sprake van belastingontwijking, maar van weigeren een gift te doen.
Zo ontstaat de vreemde situatie dat bedrijven aan hun wettelijke verplichting voldoen, maar de staten en burgers méér willen. Aan de ene kant geven de fiscale wetgevers wereldwijd aan degenen die het meest van de staat profiteren de mogelijkheid om het minst bij te dragen aan de staat. Aan de andere kant zijn diezelfde wetgevers het meest verontwaardigd als de multinationals hier gebruik van maken.
Hoewel belastingontwijking natuurlijk wel bestaat, is het niet aan de ontwijkers om dit op te lossen. De huidige situatie is totaal oneerlijk, maar laten we niet te snel de schuld geven aan ‘de multinationals’. Afzonderlijke bedrijven kunnen er namelijk weinig aan doen. Belastingontwijking gebeurt op zo’n extreme schaal dat iedereen die het niet doet op een grote achterstand staat. De meest geschikte partij om dit recht te trekken is de belastingwetgever, die daarvoor ten eerste de sterke lobby van vertegenwoordigers van ‘het Nederlandse vestigingsklimaat’ moet weerstaan. De publieke verontwaardiging naar aanleiding van de fiscale schandalen de afgelopen tijd is blijkbaar niet groot genoeg om die invloeden te overstemmen. Veel zal er voorlopig dus niet veranderen.