Een ode aan Artikel 6 Rome 1 – en hoe je Netflix ruzie voorkomt

Heb je dat ook wel eens: dat je een hele fijne affiniteit hebt met een specifiek wetsartikel? Soms staart een wettekst je aan en denk je bij jezelf: jij begrijpt me. Het recht is niet alleen een manier om de samenleving te ordenen, maar kan soms ook een diepe spiegel van onze ziel zijn. Zo word ik als jurist helemaal vurig van Artikel 6 van Rome 1 (EG Verordening nr. 593/2008). Ik kan niet uitgepraat raken over dit stuk diepe literatuur. Het is zoveel meer dan een internationale verwijzingsregel in het privaatrecht! Het is een perfecte metafoor van een Netflix-ruzie met je partner.

Misschien herken je het wel binnen je eigen relatie. Die situatie waarin je in drie stappen knetterende ruzie kunt krijgen (dan wel afwenden) wegens het uitkiezen van een Netflix film.

Fase 1 (snuffelen): Je zit samen met je partner op de bank zit: romantische kaarsjes aan, kaasje erbij, glaasje zwoele port, en je bent lekker een beetje in elkaars nek aan het snuffelen.
Fase 2 (vrije keuze): Je partner zegt tegen je: ‘Liefje, kies jij nu maar eens een keer wat we op Netflix gaan Binge-watchen, want ik heb al zo vaak gekozen’.
Fase 3 (toch niet zo’n vrije keuze). Jij denkt bij jezelf: maak dat de kat wijs! Ik ken die blik. Ik mag vooral kiezen wat jij graag wil zien, en dat moet dan ook nog eens ‘spontaan’ en ‘enthousiast’ uit mezelf komen. En wanneer ik dat niet netjes doe, weet ik al waar ik slaap vanavond…..op deze bank!’ En je zet Emily in Paris aan.

Herkenbare situatie? Nou, dan is dit prachtige artikel 6 (Rome 1) een pareltje voor je. In dit mooie stuk proza heeft de wetgever precies dit Netflix dilemma, en deze onuitgesproken eigen-keuze-wat-toch-geen-eigen-keuze is, vast weten te leggen. Stel: ik ben een Nederlands bedrijf en ik lever spotprenten van Nick en Simon aan Belgische consumenten. Mag ik dan zelf kiezen welk recht op deze overeenkomst van toepassing is? Spoiler: het eindigt net zoals de Netflix-avond.

Fase 1: snuffelen

Het begint zoals vaak bij zo’n wet: eerst even kijken voor wie hij is bedoeld. Even lekker snuffelen dus.

‘Onverminderd de artikelen 5 en 7 wordt de overeenkomst gesloten door een natuurlijke persoon voor een gebruik dat als niet bedrijfs- of beroepsmatig kan worden beschouwd („de consument”) met een andere persoon die handelt in de uitoefening van zijn bedrijf of beroep („de verkoper”) beheerst door het recht van het land waar de consument zijn gewone verblijfplaats heeft, op voorwaarde dat:
a. de verkoper zijn commerciële of beroepsactiviteiten ontplooit in het land waar de consument woonplaats heeft, of
b. dergelijke activiteiten met ongeacht welke middelen richt op dat land of op verscheidene landen, met inbegrip van dat land,
en de overeenkomst onder die activiteiten valt.’

Nou, heerlijke malse volzinnen om te zeggen dat het hier gaat om een situatie waarin de verkopende partij afreist naar het land waar de consument woont om daar spullen te verkopen, of ze naar de consument opstuurt.

Fase 2: vrije keuze

Je denkt als bedrijf: welk recht zullen we eens van toepassing verklaren op deze deal met de consument daar in dat andere land. Oh prachtig artikel 6 Rome 1: heb ik die vrijheid? Het begint veelbelovend, net zoals mijn partner op de bank die tegen me aan keuvelt en zegt dat ik mag beslissen:

‘Niettegenstaande lid 1 kunnen de partijen overeenkomstig artikel 3 het recht kiezen dat van toepassing is op een overeenkomst die voldoet aan de voorwaarden van lid 1.’

Ook een mooie volzin om te zeggen dat ik in mijn Algemene Voorwaarden het toepasselijke recht lekker zelf mag bepalen wanneer die consument in dat andere land wat bij me koopt (wanneer ik naar dat andere land toega, of het naar dat land verstuur).

Fase 3: toch niet zo’n vrije keuze

Maar dan! Plot change! Oh dramatiek! Oh heerlijk Artikel 6 Rome 1, draal niet langer en zeg mij wat mijn droeve lot is! Heb ik echt een keuze, of toch niet zo? Moet ik toch weer naar Emily in Paris gaan kijken? Moet ik die posters van die palingrockers toch onder (deels) Belgisch recht gaan verkopen?

‘Deze keuze mag er evenwel niet toe leiden dat de consument de bescherming verliest welke hij geniet op grond van bepalingen waarvan niet bij overeenkomst kan worden afgeweken volgens het recht dat overeenkomstig lid 1 toepasselijk zou zijn geweest bij gebreke van rechtskeuze.’

Zoals Lambiek zou zeggen: ‘Miljaar!’ Ieder woord komt binnen als een bliksemschicht in de vroege ochtendgloren. Hier staat mysterieus doch woest aantrekkelijk beschreven dat ik mag kiezen, zolang het overeenkomt met de belangrijkste kenmerken uit het land van die consument. Het wordt Emily in Paris. De hele avond.

Lieve lezer, moet u ook even bijkomen van deze vernuftige proza? Wat een kanjer hè, dat Artikel 6 Rome 1? Het is in alle eerlijkheid het allermooiste wetsartikel dat ik ooit heb gelezen. Er schuilt een ware mini-opera in de tekst. Heb jij nu ook een crush op een wet, en voel je daar meer bij dan alleen maar de juridische toepassing? Je bent niet alleen! Laat van je horen! Laat het ons weten, en deel jouw GPP (Guilty Pleasure Provision) met ons!

Lees ook: 3 Netflix kijktips voor een luie zondag