Desillusie en confessies van een Sybaholic

Ze zeggen weleens dat je je idolen niet moet ontmoeten. Dat kan alleen maar tegenvallen, want in het echt zijn ze vast niet zo aardig en zo leuk als jij ze in je hoofd gemaakt hebt. De fantasie, die moet je koesteren. Het echte ontmoeten kun je beter laten voor wat het is.

Daar zit wat in. Ik heb best weleens mensen ontmoet die ik niet direct als idolen zou willen omschrijven, maar die ik wel hoog had zitten, terwijl ik na zo’n ontmoeting toch heel anders naar zo iemand keek. Andersom is echter ook voorgekomen. Iemand waar ik niet zo’n hoge dunk van had, die dan ‘in het echt’ hartstikke leuk bleek te zijn. Dus hoe serieus je dit advies moet nemen? Ik weet het niet.

Als het gaat om échte idolen, dan ja, heb ik de mijne ooit ontmoet. Het was 2001 en ik was ver-schrik-ke-lijk fan van De Kast. Ik had een enorme crush op Syb, reed iedere week naar de meest onbekende uithoeken van Nederland om ze te zien optreden, probeerde Fries te leren, kende hun songteksten van voor naar achter en binnenstebuiten, de ringtone op mijn Nokia 3210 was een liedje van De Kast, de kentekenplaat van Sybs auto hing bij mij aan de muur en ja, een ontmoeting met mijn held was op dat moment toch echt wel de de droom.

Die droom kwam uit op 31 augustus 2001 in Woerden. De Kast trad daar op, maar eerst moest ik een optreden van Kane zien te overleven. Omdat we wel goede plekken wilden, waren we al vroeg naar Woerden gegaan en we stonden daar dus al een poosje toen Kane eindelijk verscheen. Dat overleefde ik ternauwernood; weten dat ik nu heel snel De Kast zou gaan zien trok me er doorheen. Het optreden van Syb en co. was natuurlijk geweldig en daarna bleven we hangen om mister De Kast te ontmoeten.

Ondertussen was het knalhard gaan gieten, maar Syb was het waard (vond ik toen, meningen kunnen veranderen in zestien jaar). Na een paar uur was het zo ver: we spotten Syb en we gingen er als verliefde pubermeisjes op af (redactionele noot: ik was 21). “Ik ben nou al meer dan een half jaar fan van je!” riep ik uit, “Mag ik dan nu eindelijk met je op de foto?!” Syb schoot in de lach (‘Hij vindt me grappig!’) en ik ging met Syb op de foto. Ik door en door nat en ijskoud door de regen, hij ontzettend lekker warm. Dat kan ik me nog echt heel goed herinneren. Dat en dat ‘ie eigenlijk een stuk kleiner was dan ik dacht. Dat viel wel even tegen. Desillusie is een groot woord, maar toch.

Begin van dat jaar had ik – als kersverse fan – meegekregen hoe Slimme Schemer en Tido een parodie maakten op Stan van Eminem. In deze parodie schrijft ‘Jelle’ (groot fan van Syb en gespeeld door niemand minder dan Arjen Lubach) brieven aan Syb, die onbeantwoord blijven. Ten einde raad fietst Jelle uiteindelijk het Tjeukemeer in, waarbij zijn zwangere cavia Sybje (die in de rugzak van Jelle zit) het leven laat. Ik vond het briljant, lachte tranen met tuiten, Syb niet. Er kwamen rechters aan te pas en alles en Syb trok aan het kortste eind. Ik vond dat toen natuurlijk belachelijk. Syb had moeten winnen. Ik was compleet #TeamSyb. Go Syb!

Niet alleen het ontmoeten van je idolen kan leiden tot een ontzettende desillusie, ook rechten studeren heeft ernstige desillusie als bijwerking. Inmiddels redelijk ontnuchterd van mijn Syb-verslaving zocht ik ‘Jelle’ eens op op YouTube nadat dat nummer voor het eerst in twaalf jaar voorbij kwam in mijn iTunes-bibliotheek. Dat zorgde ervoor dat ik op rechtspraak.nl op zoek ging naar de bijbehorende uitspraak en die doorlas met juridische kennis in mijn achterhoofd en op de leeftijd die Syb destijds zo’n beetje gehad moet hebben. Wat blijkt? Syb is niet alleen klein, hij had in 2001 ook geen gevoel voor humor. Mijn hemel. Parodie jongen, maak je niet zo druk! Neem een chillpil, lach, voel je vereerd en wacht tot de boel is overgewaaid. Had jij er in 2001 minder spastisch op gereageerd, dan had ik in 2017 écht geen column zitten tikken over Jelle. Seriously.

Neemt niet weg dat ik wel heel erg benieuwd ben hoe hij er nu – bijna achttien jaar later – tegenaan kijkt. Je mag het me laten weten hoor, Syb, want gedesillusioneerd of niet: ik hou heus nog wel van je! Hart van mijn gevoel, je weet toch.

De uitspraak: ECLI:NL:RBGRO:2001:AA9713

En omdat we toch juristen blijven: het bewijs

Josanne van Westrienen (rechts) en Syb van der Ploeg 🙂

BewarenBewaren