Wie denkt aan het Amerikaanse rechtssysteem, denkt aan torenhoge claims voor soms twijfelachtige of absurde gebeurtenissen. Ook over de juryrechtspraak en de zogenaamde ‘plea bargain’ wordt wel, met een lichte Europese verhevenheid, afkeurend gesproken. Desalniettemin is de Amerikaanse rechtspraktijk een zeer levendige, die de inspiratie is geweest voor vele schitterende boeken, series en films. Ik ontdekte laatst weer een pareltje uit deze praktijk.
Door Michiel Hennevelt
Om duidelijk te maken over wat voor taferelen ik het precies heb, eerst even de volgende klassieker. Misschien wel de meest bekende zaak, is de zaak van de 79 jaar oude mevrouw Liebeck. Zij morste koffie van McDonalds over zichzelf, wat derdegraads brandwonden op haar benen tot gevolg had. De jury wees haar een vergoeding van $2,9 miljoen toe, waarvan $2,7 miljoen uit de beruchte ‘punitive damages’ bestond. Uiteindelijk werd er op zijn Amerikaans buitengerechtelijk gesetteld, natuurlijk voor een onbekend bedrag.
De jury wordt vaak aangewezen als veroorzaker van dergelijke megaclaims. In het fragment dat deze week mijn verbijstering wekte is het daarentegen de rechter die flink uit de bocht vliegt. De zaak is ondertussen alweer bijna twee jaar oud, en bij sommigen wellicht bekend, maar ik kon de verleiding om dit te bespreken niet weerstaan. Kort samengevat gaat het over een veroordeelde vrouw, Camia Gamet, die haar vriend koelbloedig gedood heeft en daar geen spijt van lijkt te hebben. Tegen het eind van de zitting trekt de rechter haar onverschillige houding niet meer. “I hope you die prison”, is de verwensing van de rechter aan het adres van de Gamet.
Mijn eerste reactie was als een reflex: “kan echt niet!”, maar in tweede instantie had ik ook andere gevoelens bij de reactie van deze rechter, Judge McBain. McBain laat zich hier namelijk van zijn meest menselijke en emotionele kant zien, iets wat niet iedere rechter aandurft. Dat iedere rechter ook maar een mens is, ondanks de toga, die onder andere moet aangeven dat de rechter slechts als vertegenwoordiger van het recht oordeelt, is natuurlijk overduidelijk. Toch maken hogescholen en universiteiten studenten, impliciet of expliciet, nog wijs dat de persoonlijke mening van de rechter niet relevant is. Ook de rechtspraak doet dat. Studenten, waaronder ikzelf, slikken dit idee nogal makkelijk. Wij worden niet gewezen op het feit dat het hier om een ideaal gaat en niet per se om de werkelijkheid.
Dat de rechter, in ieder geval in Amerika, ook gevoelens en emoties heeft bij een zaak, laat de reactie van McBain duidelijk zien. Ik ben ervan overtuigd dat een dergelijke emotionele uitbarsting ook Nederlandse rechters kan overkomen, hoewel zij die uitbarsting niet zo snel daadwerkelijk zullen uiten. Waarom niet? Omdat dan blijkt dat die rechters daar, hoe kan het anders, wel degelijk als privépersonen zitten, iets wat blijkbaar een taboe is. Ik meen dat het voor de uitkomst van de zaak niet uitmaakt of een rechter zijn emoties uitdrukt of niet, gegeven dat de rechter zijn emoties kent en daar rekening mee houdt bij het vellen van zijn oordeel. Het kan de legitimiteit van de uitspraak mijns inziens zelfs ten goede komen als de rechter aangeeft dat hij gecorrigeerd heeft voor zijn emoties.
Uiteindelijk heb ik respect voor McBain. Een rechter handelt niet als kille machine, niet in de toepassing van de regels, maar ook niet in zijn betrokkenheid bij de zaak. McBain durft dit te laten zien, wat de betrouwbaarheid van de rechtszaak, die overigens voor een burgerjury gevoerd is, alleen maar ten goede komt.