Een van de deelneemsters uit mijn sportlessen – voor het gemak zal ik haar Laura noemen – is superfanatiek en volgt bijna iedere les die ik geef. Bij iedere oefening die we doen, roept ze enthousiast “nee!” Of “pffff!” Of “echt niet!” Maar ze doet wel iedere oefening mee en ze komt dus ook iedere les weer terug.
Nog niet zo lang geleden zette Laura een statusupdate op Facebook waarin ze zich afvroeg wat het verschil was tussen moord en doodslag en dat ze de halve nacht had liggen zoeken op Google naar het antwoord. Dus toen ik haar weer zag voor een van m’n lessen, zei ik dat ze dat ook gewoon aan mij had kunnen vragen. “Dat was in ieder geval een stuk beter voor je nachtrust geweest.”
Dat verschil is natuurlijk simpel: de voorbedachte rade. Kalm beraad, rustig overleg… Eerst even naar huis lopen om een honkbalknuppel te halen, dat idee. Laura knikte en bedacht nog wat voorbeelden. “Yep, helemaal. Jij snapt het!” riep ik enthousiast.
“Jaaaaaaaaaa,” riep Laura toen ineens, “maar wacht eens even! Jij roept bij STRONG voor kwadrant 3 altijd dat we helemaal dood gaan met z’n allen! Is dat dan óók voorbedachte rade?!” Ik moest heel hard lachen, maar er zit natuurlijk wel wat in.
Ik roep dat inderdaad voordat we beginnen met kwadrant 3. Dat heet niet voor niets “push your limits”. “We gaan keihard knallen jongens! We gaan helemaal dood en we stoppen niet totdat iedereen op de grond ligt! GO!” Méén ik dat dan ook? Nou, ja en nee. Natuurlijk wil ik absoluut niet dat iemand écht het leven laat tijdens een van mijn lessen, maar ik wil wél dat ze alles geven, zichzelf helemaal uitputten en doorgaan tot ze buiten adem zijn; niet meer kunnen praten tijdens de oefeningen.
Maar stel nou dat ik dat geroepen heb, ze aanmoedig om nog net even dat zetje extra te geven, net even die limits harder te pushen en er gaat een deelnemer het hoekje om. Met een beetje fantasie zou je ‘moord’ nog best kunnen verdedigen ook, nietwaar? De opzet is misschien even een dingetje, maar met voorwaardelijk opzet kom je een eind. Ik weet uiteindelijk dat als je té veel van je lichaam vraagt tijdens het sporten, je hart er de brui aan kan geven. Dus voorbedachte rade: check. Iemand van het leven beroven: check. Opzet: check – zij het voorwaardelijk.
Het enige dat me dan misschien nog zou kúnnen redden is de sport- en spelsituatie. Ze doen willens en wetens mee aan de sportles. Ja. Natuurlijk. Maar wat nou als ik net voor die les heb gezegd: “Natuurlijk doe je mee, kom op!” en iemand op die manier de zaal in geïntimideerd heb?
Precies. Ik denk dat ik mijn woordkeuze tijdens het geven van m’n lessen maar even flink onder de loep moet gaan nemen.