Gedoe over feiten: het is niet weg te denken uit het politieke landschap. Uiteindelijk heeft niemand een monopolie op de waarheid. Echter, is het achterhalen van feiten typisch iets waar de wetenschap zich mee bezig houdt, het liefst op basis van beproefde en betrouwbare methoden. Vervolgens hebben we een wetgever die de waarden en idealen die door een meerderheid in de samenleving als belangrijk ervaren wordt moeten omzetten in wetgeving en beleid. Maar wat moeten we nu wanneer deze waarden en idealen een interpretatie van bepaalde feitelijkheden met zich mee brengen? Wat nu als ik er principieel van overtuigd ben dat de aarde plat is, en ik hier mijn wet- en regelgeving op aan wil passen door bijvoorbeeld alle ruimtevaartprogramma’s de nek om te draaien omdat dit een grote ‘hoax’ is?
Nu is dat met die flatteners nog wel een beetje om van te lachen. Echter, er zijn toch wel wat serieuzere thema’s waar politiek zich soms mee bezig houdt. Wat nu als ik vind dat de opwarming van de aarde een volkomen natuurlijk proces is, en we dus gewoon lekker door kunnen gassen. Of van mening ben dat mensen met een niet-westerse achtergrond doorgaans crimineel zijn. Of wat als ik vind dat homoseksualiteit door middel van medische behandeling genezen kan worden gelijk aan een ingegroeide teennagel? Je kunt je al levendig voorstellen wat voor wet- en regelgeving hiermee gepaard kan gaan. De fundamentele vraag is: waar houdt wetenschap op, en begint politiek? Of anders geformuleerd: wanneer wetenschappers A zeggen, en ik op basis van mijn idealen B zeg, prevaleert dan de wetenschap, of de vrijheid van meningsuiting? In twee geniale lezingen (politics as a vocation, en science as a vocation, beiden uitgesproken in collegejaar 1918-1919) gaf socioloog Max Weber een interessant antwoord op deze vraag: politiek moet ‘fact free’ zijn. Alleen bedoelde hij dat niet op de manier waarop deze term heden ten dage gebezigd wordt. Wat hij in een daverend betoog uiteenzette was dat politiek vooral over ideologie, waarden en macht moet gaan, waar wetenschap daar juist niet over moet gaan. In plaats daarvan is het de voornaamste taak van een wetenschapper om waardenvrij kennis te achterhalen. Echter, in onze huidige samenleving blijkt dat niet zo eenvoudig te realiseren.
De wetenschap
We hebben aan de wetenschapszijde enkele uitdagingen die de scheiding zoals voorgesteld door Max Weber in gevaar brengt. Op de eerste plek is er geen enkele wetenschapper onbevooroordeeld. Met name in de context van gevoelige maatschappelijke vraagstukken is soms het stellen van een bepaalde onderzoeksvraag alleen al een waardeoordeel. Dit leidt soms tot conclusies die niet los kunnen staan van politieke kleur. Google maar eens naar statistisch onderzoek over de acceptatie onder Nederlanders van Zwarte Piet in de periode 2015-2019. Ik kan onderzoeksrapporten vinden die variëren van grofweg 20 tot 80 procent. Ieder onderzoek heeft een eigen invalshoek en een net iets andere vraagstelling, en wordt aangehaald door diegene die de resultaten het beste kan gebruiken in het politieke landschap.
Op de tweede plek wordt wetenschap momenteel gefinancierd op een manier die ertoe leidt dat vooral ‘hippe’ thema’s garant staan voor veel onderzoeksgelden. Dit staat soms op gespannen voet met kwaliteit, of de wetenschappelijke taak om ook onderbelichte thema’s te onderzoeken.
Soms staan wetenschappelijke bureaus ook erg onder hoogspanning. De rel rondom de doorrekening van energiekosten van huishoudens in 2019 door het Planbureau van de Leefomgeving kan enorm genuanceerd worden wanneer we bedenken dat het Planbureau niet de capaciteit had om nieuwere data dan die uit de energieverkenning 2017 te genereren, en ook niet de ambitie had om dat te doen gezien de marginale verschillen in uitkomst die het zou gaan geven.
De politiek
Het grootste gevaar komt echter uit de politiek. Soms zijn feiten hard, vinden we ze niet prettig en vergt het een aanpassing van ons allemaal die ingrijpend is in ons leven, geld kost, of ongemak veroorzaakt. Hoe fijn is het dan dat er politici zijn die zeggen ‘dat is helemaal niet waar, leun gerust achterover en blijf vooral lekker doen wat je altijd doet’, zoals sommige politici dat nu doen in de context van de klimaatdiscussie. Of politici die je vooroordelen bevestigen ten aanzien van mensen die uit een ver land komen, en daarin met korte, lekkerbekkende zinnen een framing kunnen geven van hoe soorten mensen zijn. Lekker overzichtelijk, en een mooi bijverschijnsel is dat een gemeenschappelijke vijand enorm verbroedert. De aarde warmt op door menselijk toedoen, en die mensen uit dat verre land zijn niet doorgaans crimineel omdat ze uit dat verre land komen. We kunnen dat feitelijk vaststellen. Wanneer politiek een verdienmodel wordt waarin we niet zozeer uitgaan van een moreel kompas of een ideologie, maar in plaats daarvan vooral onderzoeken wat mensen graag zouden willen horen, dan zijn politici geen haar beter dan de gemiddelde social-media site die de kijker voornamelijk voorschotelt wat ze graag wil zien, en niet per se wat goed voor ze is. En wanneer politici vervolgens alleen wetenschappelijk vastgestelde feiten gebruiken wanneer het hen uitkomt, is de chaos compleet.
Laten we dus soms wat meer luisteren naar de wijze woorden die Max Weber ons heeft geleerd tijdens zijn prachtige colleges. Zijn onderscheid tussen politici en wetenschappers is lastig te handhaven, maar kan wel een bron van inspiratie zijn, die ons de goede richting op kan leiden. Kortom: wanneer iedereen zijn werk goed doet, en serieus neemt –zowel wetenschappers als politici- dan moet het haast wel goedkomen. Schoenmaker, blijf bij je leest!