Contextueel kleden

Kleding is toch altijd weer een moeilijk onderwerp. Smaak, gewoontes, maar ook budget – alles speelt een rol bij je outfit. Wat wil je uitstralen? Hoeveel tijd ben je bereid op te geven van je slaap, alleen maar om die uitstraling te verwezenlijken? Op de rechtenfaculteit is het er over het algemeen niet gemakkelijker op. 

Door Eva te Dorsthorst

De ene student loopt het gebouw binnen op gympies, trainingsbroek en vergezeld door een gezonde hoeveelheid Red Bull, met een bruinig-khaki-achtige rugtas ergens tussen schouderblad en bovenbeen. De andere student staat klaar in driedelig pak, ingenomen broekspijpen, met aktetas in de hand – net voldoende beschadigd om ‘gebruikt’ te zijn, maar nog wel chic. Daar tussenin vindt men nog varianten op beide uitersten – type “polo die waarschijnlijk nog door de ouders is aangeschaft plus degelijke spijkerbroek”, of model “overhemd en pantalon, beiden niet zo goed gestreken als zou moeten” zijn goede middenmoters.

Dan hebben we het nog niet eens gehad over de verschillen tussen de faculteiten, afstudeerrichtingen en steden. Ook verschillen sommigen per vak van kledingstijl, afhankelijk van hun interesse in die juridische sector, het tijdstip waarop de lessen beginnen of de wens een goede indruk maken op bepaalde aanwezigen (zij het medestudent of docent).

Kortom, eigenlijk is de dresscode zo divers dat er voor elke interpretatie wel iets te zeggen valt. Eigenlijk is dat ook wel hoe het de juridische faculteit betaamt: het hangt af van de omstandigheden van het geval.