Tentamens met proctoring afleggen vooral ‘ongemakkelijk’

Het onbehagelijke gevoel dat iemand je constant in de gaten houdt en de angst dat de internetverbinding wegvalt waarna je tentamen ongeldig wordt verklaard; het zijn de twee meest genoemde bezwaren van studenten die de afgelopen periode tentamens maakten met proctoring.

De afgelopen weken is er door universiteitsmedia – en ook door onze redactie – meermaals aandacht besteed aan studenten die hun tentamens met behulp van proctoring moesten afleggen. Zo schreven we dat er door vele gevallen van studiefraude mogelijk een eind komt aan online tentamens en dat online onderwijs kansongelijkheid in de hand werkt.

Dat alles roept de vraag op hoe groot het probleem van proctoring nu daadwerkelijk is. Wordt er terecht ingezoomd op de nadelen van proctoring en zijn alternatieven gemakkelijk te realiseren of zijn studenten over het algemeen toch positiever dan de geluiden die we tot nu toe hebben gehoord? Voor dit artikel zijn daarom 274 rechtenstudenten van de verschillende Nederlandse hogescholen en universiteiten bevraagd over proctoring en hun ervaringen.

9 op 10 heeft ervaring met proctoring

Uit onze enquête blijkt dat 90,8 procent van de ondervraagden inmiddels een of meerdere tentamens heeft afgelegd met proctoring. Daarvan vond 10,9 procent het maken van tentamens met surveillancesofware prima gaan en vond 43,1 dit ‘wel oké’. 37,9 procent vinkte het hokje ‘niet goed’ aan, de overige respondenten hadden geen ervaring met proctoring.

Proctoring – we verstaan hieronder het gebruik van Proctorio of soortgelijke surveillancesoftware – wordt met name toegepast bij bepaalde vakken. Het meest genoemd zijn de taaltoets uit het eerste leerjaar, goederenrecht (bachelorjaar 2), bestuursrecht (bachelorjaar 2) en burgerlijk procesrecht (bachelorjaar 3).

Uit de enquêteresultaten blijkt dat er veel verschillende vormen van proctoring worden toegepast, al lijkt het achteraf terugkijken van beelden toch het meest populair. Verder werd er regelmatig live meegekeken en was de camera meestal gericht op het gezicht van de student. De meest extreme vorm van toezicht – die ook verschillende malen werd genoemd – blijkt het scannen van de kamer van de student bij aanvang van het tentamen en daarna na elk half uur, met daarnaast een camera gericht op de student. Tijdens het tentamen werd bovendien live meegekeken en geluisterd en ook kon de onderwijsinstelling na afloop de beelden nog eens terugkijken.

Naast de surveillancesoftware werden vaak aanvullende maatregelen genomen. Zo mochten studenten in de meeste gevallen tijdens het tentamen niet naar het toilet en was eten en drinken meestal niet toegestaan. Verder vermeldde zo’n vijftien procent van de respondenten een ID-check als aanvullende controlemaatregel.

Ervaringen

‘Ik kreeg stress van het idee dat iemand mee zat te kijken’, ‘ik raakte afgeleid omdat ik steeds mijn eigen hoofd zag’ en ‘ik was bang dat ik per ongeluk verdacht gedrag vertoonde’; los van ervaringen over oververhitte laptops door de surveillancesoftware, de toilet- en eetrestricties en technische mankementen waren dit de drie meest geplaatste opmerkingen. Ook de vele formaliteiten voordat eenmaal kon worden gestart met het tentamen werden regelmatig als storend ervaren. Hoewel dat in de meeste gevallen wel losliep, waren het volgens veel respondenten wel zaken die afleidden van het belangrijkste: geconcentreerd je tentamens kunnen maken. Als positieve punten van online tentamens in het algemeen werden geen reistijd en minder afleiding door geluiden in de tentamenzaal genoemd.

Fraude

Onder veel respondenten heerste dus de angst dat bepaald gedrag tijdens het maken van een online tentamen zou worden bestempeld als fraude. Is dat terecht? Uit de resultaten blijkt dat 23,6 procent van de respondenten iemand is of iemand kent bij wie een tentamen als gevolg van proctoring is afgekeurd wegens (vermeende) fraude. 12,1 procent weet niet of er medestudenten zijn bij wie een tentamen is afgekeurd of wil dat niet zeggen en de overige respondenten geven aan dit niet te hebben meegemaakt bij zichzelf of bij medestudenten.

Genoeg alternatieven

Uit de in de inleiding aangestipte berichtgeving blijkt dat het volgens onderwijsinstellingen lastig is om op andere manieren tentamens af te leggen in coronatijd dan online tentamens met proctoring. Als studenten een alternatief zouden moeten noemen, wat zou volgens hen dan wel degelijk kunnen werken? Samenvattend worden open boek tentamens (online of in kleine groepen op de campus) met eventueel verschillende versies regelmatig genoemd, net als het schrijven van essays. Andere genoemde opties zijn mondelinge tentamens, grotere opdrachten waar je bijvoorbeeld twee dagen over mag doen en het na afloop steekproefsgewijs bellen van studenten om na te vragen hoe ze tot bepaalde antwoorden zijn gekomen. Ook vaak aangestipt, en waarbij we dan weer belanden bij de kern van het probleem: gewoon de student vertrouwen.

Conclusie: neem die onzekerheid weg

Concluderend kunnen we naar aanleiding van dit kleine onderzoek stellen dat het merendeel van de studenten (54 procent) het afleggen van tentamens als ‘wel oké’ tot ‘prima’ heeft ervaren. In dat opzicht lijkt proctoring wat minder problematisch dan het beeld dat de afgelopen tijd ontstond. Bijna 38 procent, nog steeds een flink precentage, is echter niet tevreden. Redenen daarvoor zijn onder meer de onnodige stress en praktische ongemakken die proctoring oplevert. Volgens de respondenten zijn er verschillende alternatieven denkbaar voor de online tentamens met proctoring. Is dit volgens de onderwijsinstellingen echt niet mogelijk, dan zou gekeken moeten worden hoe ervoor kan worden gezorgd dat studenten zich meer kunnen richten op hun tentamen en zich minder druk hoeven te maken over het potentiële risico om door de surveillancesoftware als fraudeur te worden aangemerkt.


Lees ook: