Het leek zo’n mooi concept: studenten vanaf hun eigen bank colleges laten volgen via zogenaamde MOOC’s (Massive Open Online Course). Het probleem? Duizenden deelnemers starten met zo’n MOOC, maar slechts een enkeling maakt de online cursus af.
Het Financieel Dagblad gebruikt ter illustratie de Delftse hoogleraar Arno Smets. Van normaal gesproken zo’n vijftig studenten in de collegezaal ‘bezochten’ ineens zo’n 60.000 studenten wereldwijd zijn digitale colleges over zonne-energie. Uiteindelijk haalde slechts vijf procent van de deelnemers de eindstreep; zij kregen een certificaat.
Hoe komt dat nou? Allereerst ontbreken sociale controle en persoonlijk contact tussen student en docent, haast onontbeerlijk voor een stukje motivatie en discipline. Daarnaast worden de MOOC’s door zo’n driekwart van de deelnemers meer gezien als een manier om hun horizon te verbreden en niet om een papiertje te halen. Ze maken dus geen opdrachten of eindtentamen. Het blijft dus bij wat Smets omschrijft als ‘infotainment’. Wat zou kunnen helpen? ‘Het na afloop gelegenheid bieden tot het stellen van vragen of online een debat opzetten.’
En dat laatste lijkt in de praktijk al te werken. De Amerikaanse universiteit Harvard zette voor een MOOC over intellectueel eigendom een discussiegroep op die werd gemodereerd door de professor die de online cursus gaf. Van de vijfhonderd deelnemers slaagde precies de helft. Een flinke stijging in het slagingspercentage dus.
In hoeverre we de MOOC’s terug zullen zien komen in ons onderwijssysteem is dus nog even de vraag, voorlopig lijkt het te blijven bij vrijwillig extra kennis vergaren. Zelf eens een (juridische) MOOC volgen? Kijk dan naar het aanbod van FutureLearn, Coursera en edX.