Wat is letselschade en wie vergoedt dit?

Een aangereden fietser, een medische fout of een bedrijfsongeval; het zijn allemaal situaties waarbij letselschade kan ontstaan. Wie vergoedt deze schade, welke wetgeving is van toepassing en waar vinden we letselschade terug in de rechtspraak? Deze zaken komen aan bod in dit artikel.

Het vergoeden van letselschade

Letselschade is kort gezegd de schade die voortvloeit uit lichamelijk of psychisch letsel door het toedoen van een ander. Als je deze schade wilt verhalen, moet je achterhalen wie je daarvoor aansprakelijk kunt stellen. Bij een medische fout is dat bijvoorbeeld een huisarts of ziekenhuis, bij een verkeersongeval de automobilist die je heeft aangereden.

Is duidelijk wie aansprakelijk is en heeft die persoon diens aansprakelijkheid erkend, dan zal hij (of zijn verzekeraar) een schadevergoeding moeten betalen. Ook dient de aansprakelijke partij de kosten voor bijvoorbeeld rechtsbijstand van de gedupeerde persoon te betalen. Daarvoor gelden wel enkele regels. Zo moet de aansprakelijkheid vaststaan, moet het redelijk zijn om deskundige (rechts)bijstand in te schakelen en moeten ook de gemaakte kosten redelijk zijn.

Letselschade in wetgeving

Voor letselschade en aanverwante zaken kijken we naar boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Allereerst is artikel 6:95 BW van belang. Dit artikel beschrijft de vormen van schade, namelijk materiële schade (vermogensschade) en ‘ander nadeel’, ofwel immateriële schade. Hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld lichamelijke pijn en geestelijk leed.

Artikel 6:96 BW benoemt vervolgens wat er onder vermogensschade valt, zoals medische kosten, misgelopen inkomsten (salaris, maar ook studievertraging) en beschadigde goederen.

Voor het vergoeden van letselschade zijn tot slot de artikelen 6:97 tot en met 6:110 BW van belang. Aparte vernoeming verdient daarbij nog artikel 6:106 BW, dat ziet op smartengeld.

Letselschade in jurisprudentie

Tik je in het uitsprakenregister van de Rechtspraak ‘letselschade’ in, dan krijg je 3.782 resultaten. Ook in het nieuws komt dit onderwerp regelmatig voor. Zo kreeg een man in 2019 EUR 285.000 aan schadevergoeding nadat hij tijdens een wandeling door een hond werd besprongen en daarbij letselschade opliep, bestaande uit schade aan een schouder en een gescheurde pees. Hij moest verschillende operaties ondergaan en revalideerde maandenlang, maar genas niet genoeg om weer aan het werk te kunnen.

Een schadevergoeding voor letselschade wordt overigens niet altijd even gemakkelijk toegekend. In de zaak Perez/Casa Grande uit 2007 werkte een vrouw via een uitzendbureau als schoonmaakster in een hotel op Aruba. Tijdens haar werkzaamheden gleed ze uit op de tegels, die nat waren als gevolg van een regenbui. Ze kwam ten val en liep letselschade op. Volgens de Hoge Raad had de vrouw zelf beter bedacht moeten zijn op de gladde tegels, omdat zij bekend was met het klimaat in Aruba en na een regenbui gladheid kan ontstaan en de tegels er daarnaast ook glad uitzagen, wat tot extra voorzichtigheid had moeten leiden.

Ook een KLM-purser kon in 2022 geen beroep doen op schadevergoeding ondanks letselschade, omdat de gescheurde enkelbanden en pezen opgelopen in een sportzaal in een crewhotel in Buenos Aires niet waren opgelopen tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden.