ECLI:NL:RBLIM:2022:4126 (Werkgever kan zich niet beroepen op dwaling m.b.t. herstel na operatie)

Rechtbank Limburg 25 mei 2022, Werkgever kon de arbeidsovereenkomst niet vernietigen wegens dwaling
(ECLI:NL:RBLIM:2022:4126)

Essentie

Werknemer is sinds 2 januari 2022 in dienst als receptioniste op basis van een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd van zes maanden. Tijdens het sollicitatiegesprek heeft zij medegedeeld dat zij op de wachtlijst stond voor een maagverkleining en dat zij hier ongeveer twee weken van zou moeten herstellen. Twee weken na de operatie laat de werknemer weten dat zij langer nodig heeft om te herstellen. De werkgever heeft liever dat zij weer komt werken.

Een week later biedt de werknemer, tegen het advies van de bedrijfsarts in, aan om halve dagen te komen werken. De werkgever stuurt haar daarop een brief waaruit volgt dat zij van mening is dat zij niet juist geïnformeerd is tijdens het sollicitatiegesprek. Als zij tijdens het gesprek had geweten dat de herstelperiode tussen de vier en zes weken zou liggen, zou de werknemer niet aangenomen zijn. De werkgever vernietigt de arbeidsovereenkomst op grond van dwaling.

De werknemer vordert in kort geding uitbetaling van het (achterstallig) loon.

Rechtsregel

Een overeenkomst kan vernietigd worden op grond van dwaling ex art. 6:228 BW indien de dwalende partij is uitgegaan van een verkeerde voorstelling van zaken bij het sluiten van de overeenkomst.

Dat het mogelijk is dat de herstelperiode na een operatie langer duurt dan verwacht, is een feit van algemene bekendheid.

Inhoud arrest

Omdat het gaat om een kort geding, moet beoordeeld worden of de vordering in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft, dat het gerechtvaardigd is op toewijzing vooruit te lopen door het geven van een voorlopige voorziening.

De kantonrechter beoordeelt of de arbeidsovereenkomst buitengerechtelijk is vernietigd op grond van dwaling. Omdat het een feit van algemene bekendheid is dat de herstelperiode na een operatie langer kan duren dan verwacht, komt de (eventuele) dwaling voor risico van de werkgever. Vernietiging van de arbeidsovereenkomst wegens dwaling gaat daardoor niet op. De arbeidsovereenkomst duurt nog voort en de werkgever dient de werknemer toe te laten tot de werkvloer.

De vordering tot uitbetalen van het achterstallige loon wordt toegewezen. De werknemer maakt daarbij aanspraak op de wettelijke verhoging wegens het niet op tijd uitbetalen van het loon ter hoogte van 50%. De kantonrechter ziet geen gronden deze verhoging te matigen.