De opzegging van de klantrelatie door banken

De afgelopen jaren zijn banken steeds meer focus gaan leggen op cliëntenonderzoek. Vacaturesites staan vol met vacatures voor CDD-analisten en ook het aantal uitspraken omtrent opzeggingen van bankrelaties stijgt gestaag.

Deze ontwikkelingen zijn het gevolg van steeds strenger wordende wetgeving. De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) is sinds oktober 2008 actief. Sindsdien is het voor instellingen die te maken hebben met de anti-witwaswetgeving, waaronder banken, gemakkelijker geworden om inzicht te krijgen in de verplichtingen waaraan zij moeten voldoen. Sinds juli 2018 zijn daar nog een aantal verplichtingen bijgekomen. Banken zijn onder andere verplicht een beoordeling van risico’s op witwassen op te stellen. Aan de hand van deze risicoanalyse wordt vervolgens bepaald hoe het cliëntenonderzoek wordt uitgevoerd.

Banken kunnen de strenger wordende wetgeving echter maar moeilijk bijbenen. Er zijn de afgelopen jaren meerdere schikkingen getroffen tussen banken en het OM als gevolg van gebrekkige controle door banken. Zo schikte ING in 2018 voor 775 miljoen euro, moest Rabobank 774 miljoen euro betalen en kreeg ABN Amro recentelijk een boete van 480 miljoen euro opgelegd.

De strenge wetgeving heeft ook een keerzijde: banken zijn door het risico dat ze lopen indringender gaan beoordelen of ze een cliënt aanhouden. Mocht een bank tot de conclusie komen dat een bestaande cliënt een te groot integriteitsrisico vormt, dan zal de bank de relatie met die cliënt willen opzeggen. Zij doet dit dan op grond van art. 35 van de Algemene Bankvoorwaarden (ABV). Hierin is bepaald dat zowel de bank als de cliënt de relatie kan beëindigen. Vaak legt de bank aan deze opzegging ten grondslag dat zij vermoedt of van mening is dat de cliënt heeft gefraudeerd of onjuiste informatie heeft verschaft.

Het opzeggen van de bestaande relatie wordt beheerst door de contractuele zorgplicht van de opzeggende partij. Indien een bank gebruikmaakt van deze contractuele bevoegdheid om een relatie op te zeggen moet zij rekening houden met de belangen van de cliënt. Wanneer de cliënt vindt dat hij in zijn belangen is geschaad en er niet uit komt met zijn bank, wordt vaak de weg naar de rechter gezocht. In deze zaak vordert de cliënt de bank te veroordelen de bankrelatie voort te zetten. De rechter bepaalt aan de hand van de omstandigheden van het geval of de bank aan haar zorgplicht heeft voldaan bij de opzegging. Een financieel advocaat kan de cliënt in dergelijke zaken helpen de beschikking over de bankrekening terug te krijgen.